Bezinning bij / surfen naar:
- Filippenzen 4, 4-7
- Lucas 3, 10-18
Welzijnszorg
‘Verheug u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheug u! Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij.’
Zusters en broeders, zo spreekt Paulus in de eerste lezing, en van een man die dikwijls niet echt gemakkelijke dingen vertelt, klinken deze woorden verrassend eenvoudig. ‘Verheug u, want de Heer is nabij.’ Mooie woorden, echt mooie woorden op deze derde zondag van de advent. Maar als we ons vandaag verheugen omdat de Heer nabij is, en morgen mensen ontmoeten die niet echt veel reden tot vreugde hebben, dan moeten we, denk ik, vooral ook de volgende woorden van Paulus ter harte nemen, en die luiden: ‘Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn.’ En met ‘vriendelijkheid’ bedoelt hij echt wel iets meer dan eens lief naar elkaar lachen en elkaar goeiedag zeggen.
In het evangelie zet Johannes de Doper ons op weg naar de vriendelijkheid die Paulus op het oog heeft. ‘Wie dubbele kleding en voedsel heeft, deelt met wie niets heeft. Doe de mensen niet meer betalen dan ze schuldig zijn. Beroof niemand, pers niemand af, en wees tevreden met wat je verdient.’ Het zijn heel concrete dingen, die hij zegt tegen heel concrete mensen. Mensen zoals jij en ik, mensen die we elke dag kunnen tegenkomen. Dat toont op een bijna ontroerende wijze aan dat het Rijk Gods echt midden onder ons is. We moeten het niet ver gaan zoeken, we zitten er middenin. Elke ontmoeting en elke daad die we stellen of niet stellen is een schakel in dat Rijk. Een positieve of een negatieve, want elke weigering om te leven naar Gods woord, elke afwijzing van mensen in nood, elke ruzie, zelfs elk hard woord, doet afbreuk aan het Rijk Gods. Aan ons de keuze of we het willen opbouwen dan wel afbreken.
‘Bekeer u, en maak recht wat krom is,’ zei Johannes vorige week al. En kromheid is er genoeg in onze maatschappij. Als ik de laatste weken eens overloop, dan bots ik in ons land op duizenden mensen die ontslagen werden, op zestig gezinnen per dag die uit hun huis worden gezet omdat ze de huur niet meer kunnen betalen, op honderdduizenden mensen die hun schulden niet meer kunnen betalen, op meer dan anderhalf miljoen Belgen onder de armoedegrens, op twintig procent kinderen in armoede. En verder bots ik op de ondraaglijke lichtheid van de sociale uitkeringen en op de laagste arbeiders- en bediendepensioenen van de hele Europese Unie. Jarenlang heeft België aan de top gestaan van een degelijk sociaal beleid, maar in tien jaar tijd zijn we op heel wat domeinen zelfs onder het Europese gemiddelde gedoken. En niets wijst erop dat dit zal veranderen, want er is de crisis, weet je wel, de crisis die veroorzaakt werd door de heel rijken, maar hij moet wél betaald worden door de gewone man, en door de armen en de zeer armen.
In de campagne van Welzijnszorg staat arbeid dit jaar centraal, en dat is een perfecte keuze in een tijd waarin duizenden arbeidsplaatsen geschrapt worden. ‘We kunnen niets meer aan jou verdienen, dus moet je gaan’, is wat arbeiders en bedienden de laatste tijd met duizenden te horen krijgen. Maar geen werk staat heel dikwijls gelijk met armoede, en armoede is een olievlek die het hele leven vervuilt: wie arm is, is veelal minder gezond en slecht gehuisvest, blijft hangen in het onderwijs, verliest de moed, wordt dikwijls depressief. Armoede is een veelkoppig monster. Werkloosheid en minderwaardig en onderbetaald werk zijn dat ook. Daarom vraagt Welzijnszorg dat er gezorgd wordt voor aangepast werk voor mensen in moeilijkheden, dat de sociale sector beter uitgebouwd wordt, dat zelfstandigen in moeilijkheden ondersteund worden, en dat er eindelijk werk gemaakt wordt van een leefbaar inkomen voor iedereen. Welzijnszorg staat met die eisen niet alleen, integendeel, het krijgt de volle steun van de vakbonden ACV en ACLVB, en ook van de zelfstandigenvereniging Unizo. Het zou goed zijn mochten we met zijn allen het eisenpakket van Welzijnszorg willen ondertekenen. Misschien heb je dat al gedaan bij het binnenkomen van de kerk. Mocht dat niet het geval zijn, dan zou ik je met aandrang willen vragen niet naar buiten te gaan zonder dat je dit manifest ondertekend hebt.
Met evenveel aandrang wil ik je aandacht vestigen op de omhaling. Onze federatie steunt Boerderij de Brabander, een sociale werkplaats in Kersbeek-Miskom. Daar wordt werk verschaft aan twintig mensen die overal uit de boot vielen. Ambachtelijk werk in een biologische bakkerij, en ecologisch werk in een groentetuin en in het natuurbeheer van gemeenten, OCMW’s en andere openbare diensten. Milieu- en mensvriendelijk werk dus voor mensen die nergens anders kansen krijgen, en dat verdient onze volle steun.
Misschien denk je nu: zit ik hier in de kerk of ben ik op een sociale manifestatie? Het antwoord vind je, zoals altijd, bij Jezus. Want om wie was Hij bij uitstek bekommerd? Om hen die arm, ziek, melaats, uitgestoten waren. En tot de rijke man die Hem vroeg wat hij moest doen, zei Hij: ‘Verkoop al wat je hebt en geef het geld aan de armen.’ En Hij zei ook: ‘Alles wat je voor één van de minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.’
Zusters en broeders, laten we de woorden en de daden van Jezus tot de onze maken. Voor een rechtvaardige wereld, voor een wereld met een hart. Voor een wereld naar Gods hart. Amen.