‘Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft iemand u veroordeeld?’ Zij antwoordde: ‘Niemand, Heer.’ Toen zei Jezus tot haar: ‘Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.’
Zusters en broeders, het zijn woorden die in ons geheugen gegrift zijn. Net zoals het tafereel in zijn geheel: Jezus is in de tempel aan het onderrichten, de mensen hangen aan zijn lippen, en dan slepen de schriftgeleerden en farizeeën een vrouw die op overspel is betrapt in hun midden. Volgens de Wet van Mozes moet ze gestenigd worden, maar ze willen wel eens weten wat Jezus ervan denkt. Niet omdat ze dat belangrijk vinden, wel omdat ze hopen dat ze Hem van iets zullen kunnen beschuldigen. Bijvoorbeeld dat Hij de Wet niet wil toepassen. Of dat Hij de Wet juist wél wil toepassen, zodat ze Hem bij de Romeinse bezetter kunnen beschuldigen van aansporing tot moord. Maar Jezus doet of het Hem geen barst interesseert, Hij kijkt niet eens op, en schrijft met zijn vinger op de grond. En als ze aandringen, geeft Hij een geniaal antwoord: ‘Laat degene onder u die zonder zonden is het eerst een steen op haar werpen.’
Geniaal, inderdaad, want Hij verwerpt de Wet niet, en zet ook niet aan tot moord. Wat Hij wél doet, is hun een spiegel voorhouden. Zijn zijzelf wel zo goed en zo braaf en zo zonder zonde als ze zich voordoen? En verder is zijn antwoord vooral een perfecte weergave van de enige wet die Hij voorhoudt: die van de liefde. ‘Heb God lief en heb je naaste even lief als jezelf. En als je dat doet, zul je niet zo snel klaar staan met je oordeel, en nog minder met je veroordeling. Wees dus barmhartig, zoals je hemelse Vader barmhartig is.’
Die woorden en daden van liefde en vrede, van gerechtigheid en barmhartigheid zijn de grond van ons christen zijn, maar ik heb de indruk dat onze Kerk die woorden en daden niet altijd lijkt te kennen, en dat ze mensen uitsluit op basis van geboden en verboden die niet van Jezus komen. Bijvoorbeeld dat gescheiden en opnieuw getrouwde mensen niet te communie mogen gaan. Of die priester in Den Bosch in Nederland, die drie weken geleden de communie weigerde aan een homoseksuele man, met een hele rel tot gevolg. Of aartsbisschop Leonard, die homoseksualiteit vergelijkt met anorexia. Een pijnlijke belediging voor de een zowel als voor de ander, want homoseksualiteit is een geaardheid, en anorexia is een ziekte waarmee de wetenschap tot op vandaag geen blijf weet.
Zusters en broeders, soms vraag ik me af of onze kerkelijke hiërarchie dat woord van Jezus ‘Ook Ik veroordeel u niet’ misschien uit haar Bijbel geschrapt heeft. En tegelijk denk ik dat onze Kerk niet echt goed geplaatst is om mensen te veroordelen. Misschien kan ze beter eerst eens in eigen boezem kijken. De schandalen waarbij geestelijken betrokken zijn, volgen elkaar immers op. Het begon enkele jaren geleden in de Verenigde Staten, toen bleek dat honderden geestelijken zich in het verleden aan kinderen hadden vergrepen. Sinds eind vorig jaar ligt Europa onder vuur: eerst Ierland, daarna Duitsland, dan Nederland en Oostenrijk. Er gaat bijna geen dag voorbij of er komen nieuwe, afschuwelijke feiten aan het licht. En het is telkens hetzelfde verhaal: geestelijken vergrepen zich soms tientallen jaren aan kinderen, en de Kerkelijke overheid sloot de ogen. De daders werden hooguit naar een andere parochie verplaatst, en ze konden rustig herbeginnen. Er werd tegen hen niet eens gezegd: ‘Ga heen, en zondig van nu af niet meer.’ De slachtoffers werd het zwijgen opgelegd. Net of zij de schuldigen waren. Dat ze er dikwijls aan kapot gingen, of dat ze psychische wrakken werden, nee, dat was niet belangrijk. Zolang het maar niet aan het licht kwam, was er niets aan de hand.
Zusters en broeders, dat is wat er gebeurt als de Kerk, of althans een deel van de Kerk, niet Christus, maar zichzelf als norm beschouwt. Dan wordt ze een instituut dat drijft op macht en op machtsmisbruik. Dan misbruikt ze Christus om zware misdrijven te plegen, om mensen uit te sluiten, te kwetsen, te vernederen, ziek te maken. En dat is precies het tegenovergestelde van wat Jezus wil. Je weet wat Hij antwoordt wanneer de leerlingen van Johannes Hem vragen of Hij de Messias is. Hij zegt: ‘Blinden zien weer en kreupelen lopen, melaatsen worden rein en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de goede boodschap verkondigd.’ Dat zijn dus de woorden en de daden van Jezus: aandacht voor mensen die zo verblind zijn dat ze niet meer zien wat echt belangrijk is. Meeleven met mensen die zodanig gekwetst zijn door het leven dat ze niet meer echt leven. Barmhartigheid voor mensen die de verkeerde weg zijn opgegaan. Liefde voor mensen met wie niemand rekening houdt. Van oordeel, veroordeling, en uitsluiting kan er zelfs geen sprake zijn.
Zusters en broeders, laten we bidden dat onze Kerk alleen maar de Kerk van Christus zou zijn, en dat ze alleen zijn woorden en daden van liefde, vrede en barmhartigheid zou beleven. En laten we zelf ook beginnen met die Kerk van Christus zijn, want daarvoor zijn we christenen: omdat we zijn Kerk willen zijn, en omdat willen leven zoals Hij ons heeft voorgeleefd. Niet om te oordelen en te veroordelen, maar om nooit te vergeten dat alleen wie zonder zonde is, de eerste steen mag werpen. Als we ons daarvan bewust zijn, zullen er heel weinig stenen geworpen worden. Amen.