Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Het bekendste heiligdom in de westerse oudheid was het orakel van Delphi, in Griekenland. Meer dan tien eeuwen voor Christus al zou geen koning, heerser, of ook gewone man een belangrijke beslissing genomen hebben zonder het eerst te raadplegen. Het was toegewijd aan de god van het licht Apollo. Als lichtgod kon hij in de toekomst kijken, en het is precies daarom dat hij werd geraadpleegd. Zijn doorgeefluik was een priesteres, de zogenaamde pythia. Geregeld raakte ze in vervoering, en begon ze onsamenhangende klanken te stamelen. Het kwam dan aan de priesters van het heiligdom toe om die boodschap van Apollo in begrijpelijke taal om te zetten. Het spreekt vanzelf dat ze daarbij eigenlijk vertelden wat ze wilden. Ze konden dus de religieuze, sociale en zelfs politieke werkelijkheid naar hun hand zetten, en dat deden ze ook geregeld.
De religieuze werkelijkheid naar hun eigen hand zetten, dat is precies wat fundamentalisten doen. Hun eisen, geboden en verboden hebben niets met godsdienst, wel alles met macht voor zichzelf en onderwerping van alle anderen te maken. Vandaag zijn de moslimfundamentalisten de meest verziekte van alle fundamentalisten. Maar fundamentalisme is geen monopolie van de islam, je vindt het in alle godsdiensten en zelfs in het atheïsme terug. Ook het katholicisme kent zijn fundamentalisten, vooral in de Verenigde Staten, maar ook vanuit Rome en Mechelen horen we geregeld uitspraken en standpunten die tegen Jezus ingaan. Dat is niet nieuw: al in zijn eigen tijd kreeg Hij te maken met fundamentalisten. Denk maar aan hen die de Wet van Mozes hadden aangedikt tot een kluwen van meer dan 600 geboden en verboden die het leven van de gelovigen en zelfs de maatschappij zowat volledig aan banden legden. Je weet hoe Jezus tegen hen tekeerging.
Maar vandaag moeten we ons de vraag stellen: Is Jezus misschien zelf een fundamentalist? Als je hoort hoe kwistig Hij met het gerecht, het Sanhedrin en het helse vuur zwaait, zou je er warempel aan beginnen twijfelen. Ook de uitspraak dat je je oog maar moet uitrukken en je hand maar moet afhakken als die je tot zonde dreigen te brengen, lijkt behoorlijk fundamentalistisch. Maar is ze dat ook? Is Jezus effectief een fundamentalist?
Nee, dat is Hij helemaal niet. In het begin van de evangelielezing zegt Hij: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.’ De Wet niet afschaffen, maar tot vervulling brengen. Want de Wet was, zoals gezegd, een veelkoppig monster geworden dat de joodse gelovigen in een wurggreep hield. Een wurggreep van pure uiterlijkheid en negativisme. ‘Doe dit niet en doe dat niet’, daar kwam het op neer. De gekste dingen die niet mochten of juist wel moesten. Of je ook een goed mens was, en geloofde in wat je zei en deed of juist niet deed, had geen belang. Zolang je maar de juiste kledij droeg, de juiste haarsnit had, geen varkensvlees at, als man niet in het openbaar met een vrouw praatte, en meer van die uiterlijkheden, was je een goede jood. En daar gaat Jezus tegenin; zijn vervulling van de Wet en de Profeten bestaat er precies in dat Hij het geloof tot zijn kern brengt, en die zit vanbinnen. ‘Uw ja zij ja en uw neen zij neen, en alles wat daar nog bijkomt is uit den boze’, zegt Hij. Daar komt het dus op neer: ons gedrag moet helemaal aansluiten bij ons geloof; ons geloof mag geen uitwendig vertoon zijn, maar wel een levenshouding die ons tot betere mensen maakt.
Zusters en broeders, in de eerste lezing zegt de profeet Jezus Sirach: ‘Wanneer gij wilt, kunt gij de geboden onderhouden.’ ‘Wanneer gij wilt’, zegt hij. Het is dus een vrije keuze, God dwingt ons niet, en Hij bedreigt ons ook niet wanneer we zijn geboden niet onderhouden. Dat doet Jezus ook niet, Hij reikt ons alleen een weg aan. Dat deed Hij in zijn Zaligsprekingen, de grondwet van ons christen zijn. We hoorden ze drie weken geleden. Ze vormen het begin van de zogenaamde Bergrede. Wat we vorige week en vandaag hoorden, volgt er onmiddellijk op. En dan wordt het allemaal heel erg duidelijk: als we leven volgens de Zaligsprekingen, als we nederig van hart zijn, barmhartig, vergevingsgezind, op zoek naar vrede en gerechtigheid, dan zijn we het zout van de aarde en het licht van de wereld. Dan is ons ja tegen God en tegen onze naaste een echt ja, en ons nee tegen alles wat ons van God en onze naaste verwijdert een echt nee. Dat is dus helemaal niet fundamentalistisch, integendeel, dat is heel mensvriendelijk. Wel, laten we het daarbij houden. Laten we christenen zijn zoals Jezus zelf ze heeft voorgeleefd: gelovige mensen die het goede nastreven, en die oog hebben voor God, voor elkaar en voor onze medemens. Amen.