Bezinning bij / surfen naar
‘Crisis in de Kerk nog niet ten einde.’ Dat, zusters en broeders, was de titel van een artikel in Kerk & Leven van 19 januari. Het werd geschreven door Bert Claerhout, de hoofdredacteur van het blad. Hij verwees naar de droefheid, de moedeloosheid en de ontgoocheling die Jezus moet gevoeld hebben toen zijn leerlingen Hem in de Hof van Olijven en ook daarna in de steek lieten. Claerhout vermoedt dat veel gelovigen vandaag, door de niet aflatende stroom van pedofilieschandalen, met dezelfde gevoelens worstelen. In dat verband wijst hij er verder ook op dat nog nauwelijks 8 procent van de bevolking vertrouwen heeft in de Kerk. Zelf wil ik daar nog aan toevoegen dat we wereldwijd, en ook in ons eigen land, te maken krijgen met een islam die elke dag agressiever wordt. De toekomst van het christelijke plaatje oogt dus niet zo mooi. En in die omstandigheden zegt Jezus vandaag tot ons: ‘Gij zijt het zout van de aarde en het licht van de wereld.’ Maar hoe kunnen we zout zijn als het aantal pratikerende christenen elke week daalt en er nauwelijks instroom is van jongeren? Hoe kunnen we licht zijn in een maatschappij die onze Kerk niet vertrouwt, en die meer en meer totaal vervreemdt van christelijke waarden als liefde, respect, verdraagzaamheid, nederigheid, vergeving enzovoort? Hoe kunnen we dat met zo’n klein groepje?
Maar moeten we echt met velen zijn om zout en licht te zijn? Je weet, zout moet je matig gebruiken. Te veel is niet alleen slecht voor de gezondheid maar ook voor de smaak van het voedsel. Een snuifje is dus al genoeg. Te veel zout werd vroeger trouwens alleen gebruikt om geslacht vlees te bewaren. Niet nodig dus, al dat zout. En licht … België is een heel klein land, nauwelijks een stipje op de wereldbol. Maar als er ’s nachts ooit buitenaardse wezens op deze wereld zullen landen, dan zal dat gegarandeerd in ons land zijn, want alleen ons land is zichtbaar vanuit de ruimte. Je weet wel, onze verlichte autostrades. Welnu, als zelfs een kleine stip als België letterlijk een licht kan zijn voor de wereld en de ruimte, hoe zouden wij dan geen licht kunnen zijn in onze omgeving? Zelfs een glimworm is te zien in het donker, en wij zijn zoveel groter dan zo’n diertje. Jezus geeft ons dus geen onmogelijke opdracht wanneer Hij ons opdraagt zout en licht te zijn.
En hoe kunnen we dat zijn: zout van de aarde en licht van de wereld? Het antwoord krijgen we gedeeltelijk in de eerste lezing: ‘Deel uw brood met de hongerigen. Neem de dakloze zwervers op in uw huis, kleed de naakten die gij ziet, en keer u niet af van uw medemens. Verwijder uit uw midden de onderdrukking, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij. Dan straalt uw licht in de duisternis,’ aldus Jesaja. Aandacht voor onze arme medemens dus, en geen uitbuiting van wie zwak is. En vorige week hoorden we de Zaligsprekingen. Ze vormen het begin van de zogenaamde Bergrede, en ze worden onmiddellijk gevolgd door het evangelie dat we vandaag hoorden. Ze vullen Jesaja aan, en ze reiken een perfecte weg aan om zout en licht te zijn: door gerechtigheid na te streven, door zachtmoedig, barmhartig en vredelievend te zijn, door arm van geest, dus nederig van hart te zijn. En door ons in alles te laten leiden door de liefde voor God en voor onze naaste. Dan worden we zout in het deeg van de wereld, en geven we smaak aan het leven. En dan brengen we licht waar duisternis is van pijn en verdriet. Dan worden we even zichtbaar als een stad op een berg.
Zusters en broeders, op het einde van zijn artikel in Kerk & Leven roept Bert Claerhout op ons verdriet en onze pijn verwerken, en Jezus te volgen. En op het onlangs gehouden congres van haar partij zei de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat er in Duitsland en in de rest Europa niet te veel islam, maar te weinig christendom is. Laten we dus ophouden met klagen, met moedeloosheid en terechte boosheid. Laten we ophouden met zagen dat er nog nauwelijks jongeren te bespeuren zijn en dat we met zo weinig zijn. Op Calvarie stond Jezus er helemaal alleen voor, en Hij heeft niet gezaagd en het niet opgegeven. Ook pater Damiaan en moeder Theresa, om maar die twee namen te noemen, stonden er alleen voor, en ook zij hebben niet gezaagd en het niet opgegeven, integendeel. Laten wij dat dus ook doen: het niet opgeven. Laten we integendeel oprechte christenen worden en Jezus echt volgen. Laat Hij ons dus wakker schudden met zijn woorden, en ons opnieuw bewustmaken van onze zending als christen. Laten we smaakmakers worden en lichtgevers. Onze maatschappij, de mensen om ons heen, ons gezin, onze werkkring … ze hebben er allemaal nood aan. Nood aan dat kleine teken van verbondenheid, aan zorg in de ellende, aan hulp in nood. Dat is waar we als christen voor staan: er zijn voor onze naaste, zoals God er is voor ons. Gods hart en ogen, en handen en voeten zijn voor onze medemens. Jezus is daarbij ons fundament: zijn woorden en daden, zijn voorbeeld, zijn persoon. Hij gaat ons voor, we mogen leven in zijn licht, en zo zelf licht zijn voor anderen. En je weet: zelfs de kleinste glimworm geeft licht in het donker, dus kunnen wij dat ook. In Gods naam en met Jezus aan onze zijde. Amen.