Jaar 2010-2011 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

  • Deuteronomium 11, 18.26-28
  • Matteus 7, 21-27

    Zusters en broeders,

    In de eerste lezing zegt Mozes: ‘Bind mijn woorden als een teken op uw hand en draag ze als een band om uw voorhoofd.’ Merkwaardige woorden zijn dat, maar als we er even bij stilstaan, komen we al snel tot de bevinding dat we ze al echt ‘gezien’ hebben, hetzij direct, hetzij indirect, via de televisie. Aan de Klaagmuur in Jeruzalem zie je immers soms mensen met op hun voorhoofd en om hun linkerarm – de kant van het hart – een kokertje. Daarin steekt een papiertje met daarop enkele wetteksten. Het betekent dat de dragers ervan de Wet met hart en verstand willen belijden. We vinden dat misschien een merkwaardig symbool, maar eigenlijk hebben wij iets gelijkaardigs. Immers, bij het begin van de evangelielezing maken we een kruisje op ons voorhoofd, op onze mond en op ons hart. Daarmee geven we aan dat we willen denken, willen spreken en willen leven zoals Jezus. Die kruisjes hebben dus een zeer diepe betekenis: we willen de woorden van Jezus niet alleen aanhoren, maar ze ook dóén. We willen ze tot basis van ons leven maken.

    Dat is precies wat Jezus ons vandaag vraagt. Voor de zesde zondag op rij lezen we uit de Bergrede, en dat is wellicht de belangrijkste verzameling van Jezus’ woorden. Ze telt drie hoofdstukken. Zes zondagen geleden hebben we het begin ervan gehoord, met de Zaligsprekingen. In de loop van de volgende zondagen hoorden we dat we het zout van de aarde en het licht van de wereld zijn, en dat we niet alleen onze vrienden, maar ook onze vijanden moeten liefhebben. Vorige week luidde het dat niemand twee heren kan dienen, en dat we niet zo bezorgd moeten zijn om de dag van morgen, want God zal ons altijd bijstaan. Vandaag horen we het einde van de Bergrede, en dat bevat een dubbele waarschuwing: we moeten niet luisteren naar valse profeten, en het is niet omdat je het woord van Jezus verkondigt dat je automatisch recht hebt op het Koninkrijk der hemelen. Het is dus niet omdat iemand priester is of bisschop, voorganger, kloosterling of missionaris of noem maar op, dat hij of zij bij het oordeel zomaar gered zal worden Het is niet omdat wij elke week trouw naar de viering komen, tussendoor een kaarsje branden en een bedevaart meepikken dat de Heer ons bij het oordeel met open armen zal ontvangen. Zelfs grote wonderen verrichten in Jezus’ naam zal niet volstaan. Het enige wat telt, zegt Jezus, is dat we de wil doen van zijn Vader in de hemel. Maar wie kent de wil van de Vader? Waar staat die geschreven?

    Zusters en broeders, de wil van de Vader wordt ons bij onze geboorte of ons doopsel inderdaad niet schriftelijk meegegeven, maar toch kennen we hem: we hebben immers Jezus, en Hij is beeld van God. In zijn woorden en daden komt Gods wil tot uiting. Niet voor niets zegt Jezus vandaag: ‘Ieder die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde.’ Geen regen, geen bergstromen, geen stormen kunnen dat huis onderuit halen, want het is gegrondvest op een rots, en die rots is God zelf. Als we ons leven op Hem bouwen, kunnen we de stormen van het leven doorstaan. De pijn om een verlies, de ontgoocheling om een mislukking, de teleurstelling om onze tekortkomingen. Kortom, om alles wat ons van onszelf verwijdert. God is de rots waarop we kunnen bouwen, en Hij laat ons niet in de steek. Nooit! Dat beloofde Jezus ons vorige week.

    De Bergrede eindigt met een waarschuwing, maar ook met een bemoediging. Jezus wijst op het oordeel, maar Hij wil ons geen angst aanjagen, integendeel, Hij wil ons de weg wijzen. De weg van de Zaligsprekingen, de weg van de liefde, de weg van het vertrouwen, de weg van de trouw. ‘Uw ja zij ja, en uw nee zij nee’, hield Hij ons een paar zondagen geleden voor. Wel, laten we dat proberen doen: het ja van ons doopsel op ons leven leggen, en ons telkens opnieuw afvragen of ons denken en doen overeenstemt met dat ja tegen God. Nagaan of we echt leven als christenen, als volgelingen van Gods Zoon. Niet zozeer met woorden, maar vooral met daden. Onderzoeken of we effectief denken, spreken en doen zoals Jezus, zoals we bij het evangelie met die drie kruisje beloven.

    Laten we het proberen, zusters en broeders, het is de moeite waard. Amen.

     

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha