Jaar 2010-2011 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

Voor de zoveelste keer willen de farizeeën Jezus erin luizen, dus sturen ze een wetgeleerde op hem af met de vraag wat het voornaamste gebod is. Wellicht vinden wij dat een bijzonder gemakkelijke vraag, met een vanzelfsprekend antwoord. Maar voor de joden was het helemaal niet zo’n gemakkelijke vraag, want hun Wet telde niet minder dan 248 geboden en 365 verboden. Samen goed voor 613 wetten. We hoorden er enkele in de eerste lezing: hoe je met vreemdelingen, weduwen en wezen moet omgaan, dat je geen rente mag eisen als je iemand geld leent en meer van die dingen. Allemaal kleine regeltjes die samen een serieuze boterham vormen. Je zou voor minder het noorden kwijtraken. Jezus herleidt dat kluwen tot twee onveranderlijke basisgeboden, en al de andere zijn daarvan afgeleid. Wij kennen die twee geboden, want we zijn christenen: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’

Jezus verbindt hiermee twee geboden die op verschillende plaatsen in het Oude Testament terug te vinden zijn. Dat zijn voor Hem de basisgeboden, en ze staan op voet van gelijkheid met elkaar. We moeten God beminnen met heel ons hart, dus met onze goede en slechte kanten. En ook met heel onze ziel, dus met alles wat we zijn, met heel ons wezen. En ten slotte ook met heel ons verstand, want van God houden is geen bevlieging, maar een weloverwogen keuze. Daarnaast moeten we ook van onze naaste houden, op dezelfde manier waarop we van God en van onszelf houden. Met andere woorden, dat ‘houden van’ wordt een soort driehoeksverhouding tussen God, onszelf en onze naaste. Als we een van de pijlers van die driehoek tekortdoen, stort alles in elkaar. We kunnen dus niet van God houden, en onszelf of onze naaste negeren. We zijn immers allen Gods schepselen, en ieder van ons en elke mens is beeld van God. Onze liefde voor God wordt zichtbaar in onze liefde voor de mens, voor elke mens.

Vandaag is het Missiezondag. Welnu, missie beantwoordt helemaal aan het twee-ene gebod van Jezus. In het missiewerk komt ‘van God houden’ tot uiting in de verkondiging van zijn Woord, en in het kenbaar maken van zijn Blijde Boodschap. En ‘van je naaste houden’ komt tot uiting in het menselijke en materiële ontwikkelingswerk dat missie ook altijd is geweest.

Misschien is missie in de Kerk van vandaag wat op de achtergrond geraakt, onder meer door personeelsgebrek. Er zijn nu eenmaal veel minder priesters, paters en zusters dan vroeger, dus zijn er ook veel minder missionarissen. En dat is spijtig, want missie is iets wat Jezus zeer sterk heeft voorgeleefd. Hij beperkte zijn Blijde Boodschap niet tot de joden, maar genas zonder aarzelen de knecht van de Romeinse honderdman en de dochter van de Kananese vrouw, en geregeld ging Hij missioneren in het halfheidense Samaria. En zijn eerste missionaris was een Samaritaanse vrouw met wie Hij een diepgaand geloofsgesprek had gehad. Missioneren hoort dus tot het wezen zelf van de Blijde Boodschap, want iedere mens is beeld van God en mag Gods goedheid leren kennen.

‘Solidariteit zonder omwegen’, zo luidt de slagzin van Missiezondag van dit jaar. Een goede slagzin, met een dubbele bodem in het woord ‘omwegen’. Jezus was een Galileeër, dus iemand uit het noorden. Judea, met als hoofdstad Jeruzalem, lag in het zuiden, en Samaria lag daar pal tussenin. Maar een rechtgelovige jood weigerde ook maar één voet in dat halfheidense Samaria te zetten. Maar Jezus zei: Geen kwetsende omwegen, want Samaritanen zijn ook beeld van God. Dus ging Hij niet in een grote boog om Samaria heen, integendeel, Hij ging er dwars doorheen en missioneerde er. Hij was solidair met hen, zoals Hij solidair was met iedereen die door de toenmalige religieuze leiders met de rug werd bekeken. Solidair zonder omwegen, letterlijk en figuurlijk.

Laten wij dat ook zijn, zusters en broeders: solidair met alle mensen, solidair met onze missionarissen, solidair met de missielanden. Solidair in woord en daad, in gebed en in steun. Solidair zonder omwegen. In het spoor van het twee-ene gebod van Jezus. Amen.

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha