Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Vorige week hoorden we hoe Johannes de Doper de farizeeën en sadduceeën uitschold voor adderengebroed. Hij bedreigde hen ook met Gods wraak, en zei dat er na hem een profeet zou komen die zou dopen met Geest en met vuur. Hij dacht dat Jezus die profeet was. Maar nu heeft hij daar zijn twijfels over, want Jezus blijkt helemaal geen donderprofeet te zijn zoals hijzelf, geen man die zwaait met oordeel en wraak, maar wel met liefde, vergeving en goedheid. Dus laat Johannes Hem vragen of Hij wel echt de Messias is. Hij is er niet gerust op en hij begint ongedurig te worden. En dat is iets wat wijzelf maar al te goed kennen: ongedurigheid en ongeduld. Net als Johannes zitten ook wij met vragen. Niet of Jezus de Messias was, want dat geloven we, wel met vragen over het leven zelf, over de zin van het lijden, het onrecht, het geweld. Waarom laat God dat allemaal toe, en waarom lijkt het goede het zo dikwijls te verliezen van het kwade. Dat soort vragen.
Vragen waarop we het antwoord niet kennen. Alleen dit: God is niet met geweld en spektakel op de wereld gekomen, nee, Hij is gekomen als een kwetsbaar kind, als een mens van liefde en goedheid, een mens die blinden liet zien en lammen deed lopen, melaatsen genas en doven deed horen, en die aan armen de Blijde Boodschap verkondigde dat God geen God is van straf en wraak, maar van liefde en goedheid. Een God die een Vader en Moeder is voor alle mensen. In die kwetsbare gestalte van liefde en goedheid is Hij nog steeds aanwezig in deze wereld van lijden, onrecht en geweld. Hij is aanwezig in de blinden, lammen, melaatsen, doven en armen van deze tijd. Hij is aanwezig in de asielzoekers die wanhopig ronddolen op zoek naar een bed voor de nacht. Hij is aanwezig in de groeiende groep armen en kansarmen in dit rijke land en in de wereld. Hij is aanwezig in de mensen die geen licht meer zien in hun eigen bestaan en in dat van hun kinderen, en Hij kijkt ons aan door de ogen van hen voor wie niemand aandacht heeft.
Vandaag, op deze derde zondag van de advent, doet Welzijnszorg een beroep op onze inzet voor al die mensen, en het evangelie sluit daar naadloos op aan. Want in het spoor van Jezus zet Welzijnszorg zich het jaar rond in voor mensen voor wie niemand aandacht heeft. Net zoals Jezus. Hij streefde geen succesrijke carrière na. Hij bleef niet steken in eindeloze palavers, maar ging over tot daden van goedheid en medemenselijkheid. En dat is precies waar men in ons land minder en minder goed in is. Palaveren, eindeloos palaveren, dat wel, maar doen, dat is iets anders. Het enige wat gedaan wordt, is de armoedestatistieken bijwerken. ‘Voor ons geen carrière in armoede’, zeggen twee kansarmen ons van op de affiches van Welzijnszorg. En wellicht denken ze erbij: haal die slagbomen weg die ons beletten werk en waardigheid te vinden. Wij zijn immers ook mensen. Stop nu eindelijk met palaveren, stop met statistieken, en doe iets.
En inderdaad, we kunnen iets doen. We kunnen de politieke actie van Welzijnszorg steunen. Daarin vraagt de organisatie dat iedereen gelijke kansen zou krijgen op de arbeidsmarkt, dat werklozen beter zou begeleid worden in hun zoektocht naar passend werk, en dat het gedaan zou zijn met discrimineren op basis van leeftijd, geslacht of huidskleur. Gedaan met het ongelijk maken van wat gelijk is. Misschien hebben we al bij het binnenkomen onze handtekening onder die eisen gezet, en als we dat niet gedaan hebben, kunnen we dat op het einde van de viering nog altijd doen. Niet palaveren, maar doen. En ook straks ‘doen’ tijdens de omhaling voor de 150 armoedeprojecten en 120 Welzijnsschakels die Welzijnszorg steunt.
Zusters en broeders, laten we zijn zoals Jezus, dus niet palaveren, maar doen. Blinden laten zien, doven doen horen, melaatsen genezen, lammen laten lopen en voor armen de Blijde Boodschap zijn. Ze niet alleen verkondigen, maar ze vooral zijn. Zoals Jezus dat was en is voor ons. Amen.