Jaar 2010-2011 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

Over de ontmoeting van en het gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw is er al heel wat te doen geweest, onder meer over de symbooltaal van Jezus. Maar ik wilde gewoon eens blijven stilstaan bij de ontmoeting en het gesprek als dusdanig. Beide lijken gedoemd om te mislukken.  

Jezus zit bij een bron in de woestijn, en een Samaritaanse vrouw komt water putten. Als wij in Jezus’ plaats waren geweest, hadden we wellicht gezegd: ‘Mevrouw, ik heb dorst. Zou ik misschien een bekertje water kunnen krijgen?’ Maar zo spreekt Jezus niet. Hij vraagt niet, nee, Hij beveelt: ‘Geef Mij te drinken.’ Het is even slikken bij die woorden. Maar Jezus, de Zoon van God, spreekt hier voor het volle honderd procent als een joodse man van die tijd. Die vraagt niets aan een vrouw; die beveelt. ‘Vrouw, doe dit, vrouw, doe dat, vrouw, geef mij te drinken.’ Bevelen dus. Zoals dat in sommige culturen en godsdiensten nog altijd het geval is, en zoals ook in onze cultuur sommige mannen nog niet verder geraakt zijn. In de tijd van Jezus was zulk spreken heel gewoon. Ik ben er zelfs bijna zeker van dat, als Jezus de vrouw beleefd om een beker water had gevraagd, ze het niet had vertrouwd. Wat een rare vogel is me dat, zou ze wellicht gedacht hebben. Nu denkt ze dat niet, maar ze is ook niet op haar mondje gevallen. ‘Hoe kunt gij, een joodse man, nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse vrouw!’ Met zijn bevelende toon heeft ze geen probleem, maar dat heeft ze wél met het feit dat een man haar aanspreekt – en dat kan en mag niet in die cultuur, want vrouwen tellen niet mee in het openbaar. En verder: hoe kan een jood haar nu iets vragen! Joden willen toch niets met die ketterse Samaritanen te maken hebben! 

Ik zei het al, dit gesprek is gedoemd om te mislukken. De veeleer vijandige toon bij het begin ervan laat daar geen twijfel over bestaan. En toch mislukt het niet, integendeel. Jezus heeft het vervolgens over levend water, de vrouw begrijpt er niets van, maar is wel geïnteresseerd. En Jezus zelf groeit ook naar haar toe. Eerst zegt Hij dat de Samaritanen aanbidden wat zij niet kennen – ze zijn dus heidenen –, maar even later geeft Hij toe dat het geen belang heeft waar God aanbeden wordt, in de tempel in Jeruzalem of op de berg waar de Samaritanen Hem aanbidden. En het gesprek bloeit helemaal open wanneer Jezus zichzelf als de Messias openbaart, en de vrouw enthousiast naar huis loopt om haar stadsgenoten warm te maken voor de profeet die zij ontmoet heeft.  

Zusters en broeders, naar elkaar luisteren en met elkaar spreken is iets waarmee de mens het altijd al moeilijk heeft gehad. En toch, als we dat eens konden leren: echt luisteren en echt spreken. Het is omdat we dat niet doen dat er zoveel relaties op de klippen lopen, dat er zoveel mensen in de psychiatrie belanden, dat er zoveel anderen aan de drugs zitten en er nog zoveel anderen zelfmoord plegen. Het is omdat we niet meer echt luisteren en spreken dat er in onze Vlaamse Kerk zulke tegenstrijdige, zelfs vijandige meningen zijn. Het is om dezelfde reden dat de kloof tussen allochtonen en autochtonen, tussen arm en rijk, tussen blank en zwart elke dag groeit. Het is omdat Vlamingen en Franstaligen zelfs niet meer naar elkaars argumenten willen luisteren dat er bijna een jaar na de verkiezingen nog altijd geen regering is. Maar er is hier tenminste geen oorlog, en er wordt niet op de eigen mensen geschoten, zoals dagelijks gebeurt in Arabische landen. En tanks en vliegtuigen schieten niet de eigen bevolking en de eigen steden aan flarden zoals in Libië gebeurt, met alle gevolgen van dien. Niet meer willen luisteren naar elkaar en spreken met elkaar leidt altijd tot ondergang, en op termijn tot dood en vernieling.  

Zusters en broeders, opnieuw worden we uitgedaagd de lezingen op ons eigen leven te leggen. Aan wie willen we ons spiegelen? Aan de Israëlieten in de eerste lezing, die niets anders doen dan zagen en klagen, en reclameren tegen de God die hen uit de slavernij heeft gered? Willen we echt zo worden? Of spiegelen we ons toch maar liever aan Jezus? Hij is niet te beroerd om echt te luisteren naar een halfheidense Samaritaanse, een vrouw dus. En Hij houdt ook echt rekening met wat zij zegt. Hij neemt haar zeer serieus, zozeer zelfs dat Hij zich als de Messias openbaart en ze zijn eerste missionaris mag worden. Misschien kunnen we ons dus ook aan die vrouw spiegelen? Zijn ook wij missionarissen van ons geloof, van Jezus’ boodschap van liefde en vrede? Spreken wij met evenveel enthousiasme over Hem?  

Laten we dat doen: luisteren naar Jezus’ blijde boodschap en ze op ons leven leggen. Dan worden we meteen missionarissen van goedheid en vrede en meeleven met onze naaste, en zeker met onze naaste in nood. Amen. 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha