Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
De profeet Samuël zalft de jongste zoon van Isaï, want God heeft hem voorbestemd voor het koningschap. Niet een van zijn oudere, sterkere broers, maar hem. Nochtans had Isaï hem niet eens voorgesteld aan de profeet. Maar de Heer zegt: ‘Ga niet af op het voorkomen of de rijzige gestalte. Een mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart.’ Dat zijn heel juiste woorden: wij, mensen, wij kijken naar het uiterlijk. Wij beoordelen iemand op zijn voorkomen, zijn kledij, zijn huis, zijn auto, zijn bankrekening. Gelukkig doet God de Heer dat niet. Hij kijkt in de diepte, voorbij de schijn.
In het evangelie zijn de farizeeën daar niet toe in staat. Ze reageren furieus op de genezing van de blindgeborene. Stel je voor, die werd op de sabbat genezen, en dat kàn niet, want op de sabbat mag je niets doen, ook geen wonder. Een wonder waar de blinde niet eens had moeten om vragen. Jezus geneest hem zomaar, omdat Hij wil dat ook die man het licht ziet. Het licht dat Hijzelf is. Maar dat kan niet op de sabbat zeggen de farizeeën. Ik vermoed echter dat er iets anders speelt dan hun verontwaardiging om de zogenaamde ontheiliging van de sabbat. Ik denk dat ze gewoon jaloers zijn op die profeet, die Jezus die dingen doet die zij niet kunnen. Ik denk dat ze vrezen dat ze hun macht zullen verliezen aan Hem. En dat zullen ze niet laten gebeuren. Nog liever zijn ze ziende blind.
Ik denk dat wij in het westen dat ook zijn: ziende blind. Wij, de kampioenen van de democratie en van de mensenrechten. Alleen maar spijtig dat we die democratie en die mensenrechten slechts met wapengeweld kunnen uitdragen. We beschermen de zwakken, zeggen we, en we willen gerechtigheid voor iedereen, maar dat die gerechtigheid nogal eens de geur van olie heeft, daar gaan we aan voorbij. En dat we griezelige en corrupte regimes de hand boven het hoofd houden, negeren we voor het gemak. Ik denk dus dat wij veel meer bij de farizeeën aanleunen dan bij Jezus. En ik vraag me af hoe de democratie en de mensenrechten er wereldwijd zouden uitzien als we in de voorbije jaren al die biljoenen miljarden dollars en euro’s aan ontwikkelingshulp hadden besteed in plaats van aan wapengeweld. Ik denk dat er dan veel meer democratie, gerechtigheid en vrede zouden heersen hebben dan nu. Maar zo werkt het nu eenmaal niet in deze wereld. Die heeft heel andere normen. De normen van mensen die alleen maar naar de buitenkant kijken, waar de macht te vinden is.
En op dit eigenste moment doet Broederlijk Delen een beroep op ons om Burundi uit het moeras te helpen halen. Het moeras van een langdurige burgeroorlog. Het moeras dat alles verzwolgen heeft: tienduizenden mensenlevens, akkers, vee, initiatief, zelfrespect. Maar steeds luider klinkt de roep: ‘Haguruka! Sta op en leef. Sta in voor jezelf in plaats van af te willen hangen van voedselhulp. Steek de handen uit de mouwen.’ Dat gebeurt met kleine initiatieven, dikwijls van eenlingen die een gemeenschap wakker schudden. Ze willen zelf instaan voor hun voedselproductie, zelf de plaatselijke markten weer tot leven roepen, zelf een leven opbouwen voor hun gezin en hun gemeenschap. En daar wil Broederlijk delen bij helpen. Niet met grote projecten, maar met kleinschalige hulp, met opleiding en vorming, en met verbetering van de landbouwmethodes.
Zusters en broeders, als straks om onze bijdrage wordt gevraagd, hoe gaan we dan reageren? Als mensen van de macht die alleen maar naar de buitenkant kijken, of als volgelingen van Jezus die wil dat alle mensen het licht zien? Het licht van het leven, van de liefde, van de gerechtigheid en de vrede. Het licht van God. God die in de diepte kijkt, voorbij de schijn. Laten we een goede keuze maken. Amen.