Jaar 2010-2011 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

‘De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap met de heilige Geest zij met u allen.’ 

Zusters en broeders, met deze prachtige zegenwens sluit Paulus zijn tweede brief aan de christenen van Korinte af. Het is ook het einde van de tweede lezing van vandaag, en het is de mooiste zegenformule die ik ken. Vader, Zoon en Geest in één gebed verenigd, zoals in het kruisteken. Vader, Zoon en Geest, het beeld stamt van Jezus, in wie God mens is geworden om ons nabij te zijn en ons zijn liefde voor te leven.  

God die de mens nabij wil zijn, dat hoorden we ook in de eerste lezing. Mozes heeft op de berg Sinaï van Jahwe de stenen tafels met de tien geboden gekregen, maar in zijn afwezigheid hebben de Israëlieten een gouden kalf aanbeden. Woedend om die ontrouw heeft Mozes de tafels stukgeslagen. En nu gaat hij op bevel van Jahwe opnieuw de berg op, met nieuwe tafels waar Jahwe zijn geboden opnieuw in zal griffen. Jahwe daalt tot hem neer in een wolk, en roept de naam van de Heer uit: ‘De Heer is een barmhartige en genadige God, geduldig, groot in liefde en trouw.’ En op de vraag van Mozes: ‘Och Heer, wees zo goed en trek met ons mee’, antwoordt Hij: ‘Ik wil een verbond sluiten met mijn volk.’ En God sluit een verbond met dat nochtans wispelturige en ontrouwe volk, en Hij gaat voor hen uit omdat Hij hun nabij wil zijn, en omdat Hij een genadige, geduldige God is, groot in liefde en trouw. 

God is dat wispelturige en ontrouwe volk nabij gebleven, en wel ‘zozeer dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.’ In die eniggeboren Zoon,  in Jezus, heeft Hij zijn verbond met de mens voltooid. Jezus is zelf beeld van God, en Hij leerde ons dat God liefde is, niets anders dan liefde. In het Oude Testament duiken er beelden op van God die ook jaloersheid en hardheid en wraak is. In het vervolg van de eerste lezing bijvoorbeeld lezen we dat Hij de kinderen en kleinkinderen tot in het derde en zelfs vierde geslacht laat boeten voor de schuld van de ouders. Niets daarvan, zegt Jezus, God is liefde, alleen maar liefde. En ook: God is onze Vader, die als een moeder over ons waakt en die ons altijd nabij is. 

En God is ons nabij in de liefde die ons bindt. Hij is ons nabij in de ouders die in alle omstandigheden kiezen voor het ongeboren leven, want elk leven is een afspiegeling van God zelf. Hij gaat met ons mee in de vreugde, maar ook in de pijn van het leven. Hij lijdt mee in ons verdriet, Hij is de zachte hand in nood. Hij is herkenbaar in de eerste kreet van elk pasgeboren kind en in de glimlach van elk kind. En hij is aanwezig in de zorg van ouders voor hun kinderen en in de zorg van kinderen voor hun ouders. Hij opent onze ogen en ons hart voor onze medemens in nood, en Hij laat ons onze zelfzucht overwinnen om anderen te helpen.  

Zo is onze God. We noemen Hem Vader, Zoon en heilige Geest, en we noemen Hem ook Schepper, Bevrijder, Allerhoogste, Almachtige, Koning van de Volkeren, en nog zoveel meer. Allemaal schamele uitingen van ons onvermogen om God onder woorden te brengen. Want God is God, en wij zijn mensen, en elke naam die wij Hem geven belicht maar één tipje van zijn volheid.  

Zusters en broeders, laten we het houden bij wat Jezus ons leerde: Vader, Zoon en heilige Geest. En moge Paulus’ zegen over ons komen: ‘De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap met de heilige Geest zij met ons allen.’ Amen. 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha