Bezinning bij / surfen naar:
- Deuteronomium 18, 15-20
- Marcus 1, 21-28
‘De Heer heeft mij gezegd: Ik zal uit hun broeders een profeet doen opstaan. Ik zal hem mijn woorden in de mond leggen en hij zal hun alles zeggen wat Ik hem opdraag.’
En dan is er die man die in de macht is van een onreine geest, en die helemaal niet blij is met Jezus. ‘Wat hebt Gij met ons te maken?’ schreeuwt hij. ‘Gij zijt gekomen om ons in het verderf te storten.’ ‘Ons’ zegt hij, en dat is merkwaardig. In wiens naam spreekt hij immers? In naam van alle toehoorders of in naam van allen die bezeten zijn? Wel, ik denk dat hij voor zichzelf spreekt en ook voor de onreine geest door wie hij bezeten is. Dus is hij met zijn tweeën. En misschien zitten we nu met nogal wat ongeloof te luisteren, want zeg nu zelf: van de duivel of van een onreine geest bezeten: we hebben het nog niet dikwijls meegemaakt in ons leven. En duiveluitdrijvers: daar kunnen we ons alleen maar vrolijk over maken. Want om te geloven in bezetenheid en kwade geesten: daar zijn we net iets te knap voor.
Hoewel, misschien, wie weet … Misschien komt bezetenheid wel meer voor dan we denken en beseffen. Om maar één voorbeeld te geven: heel veel jongeren zijn compleet bezeten door hun gsm, hun iPod, hun Facebook, hun Youtube. Ze moeten zonder ophouden sms’en en twitteren en op het internet surfen. Ze zijn er echt aan verslaafd, ze verwaarlozen er hun studies en hun vrienden door. Ze zijn erdoor bezeten, voor niemand bereikbaar, en zeg je er iets over, dan krijg je gegarandeerd als antwoord dat dit nu eenmaal hun wereld is, en dat jijzelf veel te oud bent om dat te kunnen begrijpen. Ik denk dat die dingen voor de meesten onder ons zeer heel herkenbaar zijn.
Met andere woorden: bezetenheid is helemaal geen voer voor goedgelovige mensen. Bezetenheid is iets waarmee we elke dag te maken krijgen. Want niet alleen jongeren, maar alle mensen, ook wij, kunnen door zowat alles bezeten zijn: door geld, door macht, door fundamentalisme, door seks, door een man of een vrouw, door haat, door drugs, noem maar op. En door wie of wat ook: bezetenheid isoleert iemand, doet iemand volledig op zichzelf terugplooien, en zorgt ervoor dat hij of zij niet gestoord wil worden. Net zoals die man in de synagoge dus. Want wie verslaafd is aan iets of iemand, wil alleen nog die verslaving kennen en in die bezetenheid leven. En ook dat is heel herkenbaar.
Zusters en broeders, zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wijzelf in dit Bijbelverhaal staan. Wie zijn wij in de synagoge van Kafarnaüm? Zijn wij buiten onszelf van geluk omdat we in Jezus een profeet herkennen in wie het gelaat van God zichtbaar wordt? Of zijn we liever die bezetene? Hij weet heel goed dat Jezus de Heilige van God is, maar toch blijft hij liever opgesloten in zijn verslaving. En wat doen wij? Kiezen wij voor het leven, kiezen wij voor de vrijheid en de vreugde van de Blijde Boodschap, of kiezen wij voor onszelf en onze eigen kwalijke eigenschappen?
Het is iets om over na te denken. Amen.