Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
In Kerk en leven van vorige week van vorige week kwam de bekende kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens aan het woord. Hij sprak over het stijgende aantal jongeren met een lastig gedrag, en dat houdt dan in: schimpen en schelden, beschadigen, en soms erge agressie. De psychiater noteert tevreden dat zeven op tien jongeren dat gedrag niet vertonen. Dat houdt dus in dat dertig procent van onze kinderen en jongeren het in dat opzicht niet goed doen, en dat is even schrikken, want dertig procent, dat is niet niets. In dezelfde week publiceerde de universiteit Antwerpen het Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2011. Daaruit blijkt dat er nu al meer dan twee miljoen Belgen onder de armoedegrens leven. Er zijn daarbij opvallende verschillen tussen Vlaanderen, en Brussel en Wallonië enerzijds, en tussen autochtone en allochtone Belgen anderzijds.
Stijgende agressie onder jongeren en stijgende armoede: het stemt tot nadenken, en dat is wat Welzijnszorg het jaar rond doet: nadenken over armoede en sociale uitsluiting, en vooral er iets proberen aan te doen. Hun slagzin dit jaar is Armoede is geen kinderspel, en dat is de nagel op de kop. ‘Geld maakt niet gelukkig’, zegt het spreekwoord, maar soms vraag ik me af of dat spreekwoord niet uitgevonden is door de rijken, met als enige bedoeling de armen wijs te maken dat ze best lekker arm kunnen blijven, want dan zijn ze gelukkig. Ook de reeks Rang 1 op tv één doet haar uiterste best om de kijkers te laten geloven dat geld niet gelukkig maakt, want sinds de hoofdpersonages met de lotto 5 miljoen euro gewonnen hebben, gaat het voor de meesten onder hen alleen maar bergaf. Ik vrees dus dat veel armen dat spreekwoord en die tv-reeks niet erg in hun hart dragen. Ze kunnen niet achterhalen of geld al dan niet gelukkig maakt, maar wat ze wél aan de lijve ondervinden is dat geen geld zéker niet gelukkig maakt.
Want waar zit het geluk van bijvoorbeeld een alleenstaande moeder van drie kinderen die moet rondkomen met een leefloon? Waar is haar vreugde wanneer ze voor de zoveelste keer nee moet zeggen tegen haar kinderen? Nee voor de schoolreis, nee voor noodzakelijk schoolgerief, nee voor eens een nieuw kledingstuk, nee voor de dokter. Altijd nee, ook voor een gezond huis, de jeugdbeweging, de muziekschool, noem maar op. Zoveel ouders delen dat lot, zodat meer dan 20 procent van de kinderen al van bij hun geboorte kansarm zijn.
Zusters en broeders, als christen kunnen we niet zeggen: het zijn mijn zaken niet; dat ze hun plan trekken. Zeggen we dat wél, dan zijn we geen christenen meer. Luister maar naar de lezingen van vandaag. ‘De geest van de Heer God rust op mij, want de Heer heeft mij gezalfd. Hij heeft mij gezonden om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen, om gebroken harten te genezen, om de gevangenen vrijlating te melden, en de terugkeer naar het licht aan wie is opgesloten. Om het genadejaar van de Heer aan te kondigen.’ Zo verwoordt Jesaja zijn eigen roeping. En in het evangelie zegt Johannes dat het zijn taak is de weg voor de Heer recht te trekken.
Hierin ligt ook onze taak als christen: recht trekken wat krom is. Hoop brengen in het leven van armen, opvangen wie eronderdoor gaat, licht brengen en licht zijn aan het einde van de tunnel. Dat is wat Jezus altijd heeft gedaan, dat is wat ons tot christenen maakt: dat we er zijn voor mensen in nood, dat we de weg van Jezus gaan. Laten we dus vol overtuiging onze handtekening zetten onder de eisen van Welzijnszorg. Eisen die te maken hebben met een leefbaar leven voor iedereen. En laten we bij de omhaling niet alleen ons hart, maar ook onze portemonnee spreken.
Zusters en broeders, in een van onze liederen zingen wij: ‘Advent is dromen dat Jezus zal komen.’ Wel, laten we nooit vergeten dat Jezus ter wereld gekomen is als een kwetsbaar kind ergens in een stal, want er was voor Hem geen plaats in de herberg. Hij was een van die kinderen voor wie Welzijnszorg zich vandaag vol liefde en overtuiging zou inzetten. Waarop wachten wij om dat ook te doen? We zijn toch christenen voor iets? Amen.