Jaar 2012-2013 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

  • Handelingen 15, 1-2.22-29
  • Johannes 14, 23-29

    Zusters en broeders,

    Jezus zei: ‘Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. En mijn vrede is anders dan de vrede van de wereld.’ Hoezeer anders hoorden we in de eerste lezing. Paulus en Barnabas hebben met veel succes het geloof verkondigd aan heidenen in Antiochië, Syrië en Sicilië. Onverwachts zijn er vanuit Judea joodse christenen gearriveerd. Ze beweren dat die heidense christenen alleen maar gered kunnen worden als ze zich volgens de wet van Mozes laten besnijden en ook helemaal leven volgens die wet. Paulus en Barnabas zijn daar behoorlijk kwaad om, en de vrede is ver te zoeken. Ze komt pas terug wanneer de apostelen in Jeruzalem besluiten dat er maar heel weinig regels van de joodse wet moeten worden overgenomen. En ze worden niet overgenomen omdat ze van de joodse wet zijn, maar omdat ze zaken verbieden die niet passen bij volgelingen van Jezus, zoals voedsel eten dat aan afgoden geofferd is. Nee, dat zou Jezus zeker niet aanbevelen. Ook ontucht zou Hij zeker niet goedkeuren. Wat zei Hij immers tegen de vrouw die op overspel was betrapt en die door schriftgeleerden en farizeeën naar Hem was gebracht? Hij veroordeelde haar niet, maar zei dat ze niet meer mocht zondigen. Want ontucht was een zondig iets.

    De apostelen nemen dus zeer weinig regels over van de joodse wet. Jezus had immers nooit gezegd dat zijn volgelingen jood moesten worden. En tegen zijn apostelen had Hij gezegd: ‘Ik zal vissers van mensen van u maken.’ Niet vissers van joden, maar vissers van mensen. En niet alleen van joodse, maar van alle mensen. Even opvallend als het zeer kleine aantal regels dat van de joodse wet werd overnemen, is de verantwoording van de apostelen. Ze zeggen: ‘De heilige Geest en wij hebben besloten.’ Bij zulke woorden kunnen wij alleen maar eerbiedig luisteren. ‘De heilige Geest en wij’, dat zeggen ze. En wie is de heilige Geest? Dat horen we in het evangelie. Net als vorige week is het een fragment uit het laatste avondmaal zoals Johannes dat beschreven heeft. Jezus weet wat Hem te wachten staat, en Hij neemt afscheid van zijn leerlingen. Maar Hij zal hen niet in de steek laten, want in zijn Naam zal de Vader hen ‘de Helper, de heilige Geest’ zenden. en die heilige Geest zal hun alles leren, en hun alles in herinnering brengen wat Jezus gezegd heeft.

    Dat is dus de heilige Geest: de levendige, de directe herinnering aan de woorden en daden van Jezus. En Jezus zegt ook: ‘Ik en de Vader zijn één’, en ‘De Vader is groter dan Ik.’ Zijn de Vader, de Zoon en de Geest dan drie goden? Nee, dat zegt Jezus zeker niet. Er is maar één God, maar in Jezus is Hij ook mens geworden, en als mens is Hij kleiner dan als God. Toch mogen we nooit vergeten dat de woorden van mens Jezus de woorden van God zijn. ‘Het woord dat gij hoort is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft’ zegt Hij. Met andere woorden, Hij spreekt niet als mens, maar als God. Dus moeten we luisteren naar zijn woorden, leven naar zijn woorden, zijn woorden uitvoeren. Alleen dan krijgen we vrede, de vrede van de Heer.

    Zusters en broeders, ik denk dat de lezingen van vandaag de kern van ons geloof bevatten, en die kern is dat alles rond Jezus draait. Zijn leven, zijn woorden en daden, zijn persoon: daarop steunt ons geloof. Hij is God die als mens onder ons heeft gewoond. Hij zegt: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden.’ En dat is inderdaad de kern van ons geloof: dat we zijn woord onderhouden. In de eerste lezing merken we wat er gebeurt als volgelingen hun eigen woorden beginnen te onderhouden: gedaan met vrede, ruzie is troef. Dat is ook wat we elke dag in ons leven ervaren: hoe verder mensen van Jezus gaan staan, hoe verder ze verwijderd zijn van vrede. Dat merken we bij onszelf, in onze Kerk, in de maatschappij, in de wereld: waar Jezus ver te zoeken is, is de vrede ver te zoeken. Laten wij dus als mens en als Kerk leven naar zijn woorden en daden. Zijn woord onderhouden omdat we Hem liefhebben, en beseffen dat we zijn woorden niet onderhouden als we Hem niet liefhebben, als we dus niet leven zoals Hij ons heeft voorgeleefd.

    Zusters en broeders, Jezus zegt: ‘Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u.’ En zijn vrede is anders dan de zogenaamde vrede van de wereld. Zijn vrede is liefde, hoop, vreugde. Zijn vrede is leven. Leven in zijn schepping, in zijn naam. In zijn liefde. Amen.

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha