Zusters en broeders,
Vandaag is het Nationale Ziekenzondag. Een dag waarop aandacht wordt besteed aan zieken, ziekenzorg, betrokkenheid met mensen met lichamelijke of andere problemen. Kortom, inzien dat zieken en gezonden niet naast elkaar, maar met elkaar leven, en dat ze altijd aandacht hebben voor elkaar. De lezingen van vandaag sluiten daar direct bij aan. In de eerste lezing geneest de Syriër Naämanvan zijn huidziekte omdat hij precies doet wat Elisa, de dienaar van de Heer, hem heeft opgedragen. In het evangelie genezen tien melaatsen wanneer ze doen wat Jezus hun heeft opgedragen.
Zoals zo dikwijls toont dat verhaal over die melaatsen aan dat Jezus bijzonder veel aandacht had voor zieken, en die zieken, dat konden blinden zijn, of mensen met zware psychische problemen, of kreupelen, of lammen, of melaatsen. Kortom, dat kon iedereen zijn, want Jezus zei nooit: ‘Ik kan je niet helpen, Ik wil je niet helpen. Ik ben een Jood, en jij bent een Samaritaan. Vraag het aan je eigen volk.’ Of: ‘Ik ben een man, en jij bent een vrouw. Vraag dus aan een vrouw dat ze je helpt.’ Nee, dat zijn woorden en reacties die we bij Jezus niet kennen. Want Jezus hielp alle mensen die daar om vroegen. En daar zitten soms zeer merkwaardige verhalen tussen. Zoals dat verhaal over die vier mannen die in Kafarnaüm met een lamme op een draagberrie naar Jezus’ huis trekken, want ze willen zijn hulp. Maar Hij is door zo’n grote menigte omringd dat ze niet tot bij Hem kunnen geraken. Dus kruipen ze op het dak, maken er een gat in en laten de lamme op zijn draagberrie naar beneden zakken, pal voor Jezus’ voeten.
Zusters en broeders, we kunnen heel wat leren uit zulke verhalen. Om te beginnen dat we nooit iets mogen opgeven. Niet als helper, niet als zieke, niet als mens in nood. Die vier mannen geraakten met hun draagberrie niet tot bij Jezus, en toch stapten ze het niet ontgoocheld af. Nee, ze vonden een oplossing. Een oplossing die ondenkbaar was, en waarvan ook niet verteld wordt hoe ze het deden, maar ze deden het. Jezus is daar zo door gepakt, Hij vindt hun geloof zo overdonderend dat Hij de man geneest, hoewel ze dat eigenlijk niet gevraagd hebben. ‘Sta op’, zegt Hij, ‘neem uw bed mee en ga naar huis.’ De man doet dit. Hij is genezen, en hij dankt God vanuit het diepste van zijn kunnen.
Wat we ook kunnen leren, dat is vertrouwen. Het vertrouwen van die Syriër die deed wat de dienaar van God hem had opgelegd. Dat had hij ook in zijn eigen land kunnen doen, zich zevenmaal onderdompelen in een rivier, maar die man van God had gezegd dat hij het in de Jordaan moest doen, dus deed hij het. En ook het vertrouwen van die tien melaatsen, die Jezus vanop een afstand bij zijn naam aanroepen, Hem ook Meester noemen, en Hem geloven wanneer Hij niets meer zegt dan dat ze zich aan de priesters moeten laten zien. Waarom aan de priesters? Omdat alleen zij bevoegd zijn om over hun ziekte of gezondheid te oordelen. En onderweg naar die priesters merken ze dat ze al genezen zijn. Omdat ze doen wat Jezus heeft gezegd.
En dat kunnen we zeker leren: geloof in de Heer. Doen wat God de Heer wil dat we doen. Leven naar zijn beeld en gelijkenis, en ons laten leiden door zijn Zoon Jezus. Dat is wat die tien melaatsen deden, dat is wat ook die Syriër deed. Van thuis uit had hij een totaal ander geloof, met andere goden en andere gedragingen. Maar toch doet hij wat de dienaar van de God van Israël hem oplegt. Natuurlijk kon hij zich nog niet door Jezus laten leiden, maar toch weet hij nu ‘dat er in Israël een God is, en nergens anders op aarde.’ Dat is zijn geloof, dat is zijn zekerheid.
En wat we zeker niet mogen vergeten navolgen, dat is dank zeggen. Opnieuw zoals die Syriër, zoals die Samaritaan in het evangelie, en zoals die lamme op zijn draagberrie. Dank aan de mensen die helpen, dank aan God die er is voor ons. En misschien moeten we ons hier echt afvragen: ‘Doen wij dat wel? Zeggen wij echt ‘dank’ voor de hulp die we krijgen? Dank aan onze medemensen, dank aan God?
Zusters en broeders, moge de Nationale Ziekenzondag ons allen de genezing bijbrengen die we nodig hebben. Moge het zo zijn. Amen.