Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

Zusters en broeders,

Een kerktoren zonder kruis, een viering zonder knielen voor het kruis, een gebed zonder eerst een kruisteken te maken … nee, we kunnen het ons niet voorstellen. Want het kruis en het kruisteken is het meest zichtbare en meest gebruikte symbool van ons geloof.

Maar wat we misschien niet weten, is dat dit niet altijd zo geweest is. De eerste christenen liepen niet zo te koop met het kruis, het kruisbeeld en het kruisteken, en dat heeft meer dan driehonderd jaar geduurd. Verwonderlijk is dat niet, want de kruisiging was een vreselijke straf die ten tijde van Jezus vooral door de Romeinen werd toegepast. Het was een straf voor opstandige slaven, en voor misdadigers en gehate vijanden van het Romeinse Rijk. Een gekruisigde mocht als uiterste vernedering ook niet begraven worden. Zijn lichaam moest ten prooi vallen aan honden en vogels. De Romeinen waren totaal ongevoelig waren voor al die wreedheid, maar ze zagen die wreedheid wel in, want alleen niet-Romeinen mochten gekruisigd worden, Romeinen niet.

Jezus onderging dus die vreselijke Romeinse straf. Het is dus niet verwonderlijk dat de eerste christenen daar niet mee op straat kwamen. Hoe konden ze immers tegenover heidenen die ze wilden bekeren oplopen met een God die als een zware misdadiger  of een opstandige slaaf aan het kruis was gestorven. Nee, veel liever vertelden ze alleen over Jezus’ mirakelen, over zijn liefde voor de armen en de kleinen, over het leven na de dood en de eeuwige heerlijkheid in Gods handen. Dat veranderde pas toen keizer Constantijn in 313 niet alleen een einde maakte aan de vervolging van christenen, maar de christenen ook steunde, en dankzij zijn moeder Helena ontstond toen ook de kruisverering. Haar eigen paleis in Rome liet ze in 320 ombouwen tot de Santa Croce, en dat is de eerste kerk die aan het heilig kruis gewijd was. Het werd meteen ook een heel belangrijke kerk, want het was, en het is nog steeds, een van de zeven pelgrimskerken van Rome.

En zo kreeg het kruis de verering die Jezus waardig was. We hoorden in het evangelie wat Hij tegen de farizeeër Nicodemus zei: ‘De Mensenzoon’ - en dat is Hijzelf - ‘moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben.’ Het is niet de enige keer dat Jezus zijn kruisiging voorspelt. Hij deed dat ook tegen zijn apostelen. En het is en blijft een merkwaardig iets: Hij wist wat Hem zou overkomen als Hij zijn boodschap van liefde en vrede ook in Jeruzalem zou verkondigen, en toch deed Hij het. Want zijn boodschap was belangrijker dan zijn leven. De boodschap waartoe zijn Vader Hem gezonden had.

We weten ook dat Jezus zegt: ‘Wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard.’ Diezelfde boodschap hoorden we ook twee zondagen geleden. ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen’, zei Hij toen. We weten dat Hij met dit kruis niet letterlijk het kruis bedoelde dat Hijzelf moest dragen en waarop Hij stierf. Nee, dat moeten wij niet doen. Ons kruis dragen, dat is Hem willen volgen zoals Hij is. Dat is zijn woorden en daden tot de onze maken en ze naleven. Dat is leven naar de woorden van Paulus in zijn brief aan de Filippenzen. Hij schrijft: ‘Hij die de gestalte van God had, hield niet vast aan zijn gelijkheid met God, maar werd gelijk aan een mens. En als mens heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam gegeven die elke naam te boven gaat, opdat in zijn naam elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer.’

Zusters en broeders, laten we even gehoorzaam zijn aan de Gods wet van liefde en vrede als Jezus dat is geweest, en laten we ook nooit nalaten te knielen voor Hem die op het kruis is gestorven, en blijven geloven en getuigen dat Hij onze Heer is. Amen.  

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha