Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

Zusters en broeders,

Gisteren vierden we Allerheiligen, vandaag is het Allerzielen. En waar we gisteren dachten aan hen die door hun leven naar Jezus’ woorden en daden in de palm van Gods hand mogen genieten van zijn eeuwige liefde en vrede, gedenken we vandaag de overledenen van onze familie, onze vrienden en kennissen, onze buren, onze parochiegemeenschap. En we bidden dat ook zij mogen rusten in de palm van Gods hand, en mogen genieten van zijn barmhartige liefde.

Dat is Allerzielen, en dat gedenken we in stilte en gebed. We denken aan onze lieve doden, en misschien missen we hen meer dan op andere dagen. We missen hun liefde, hun inzet, hun aanwezigheid, hun woorden. We gedenken hen op een sobere wijze, zoals de sfeer van Allerzielen ook is: sober en beheerst. Maar dat is niet overal zo. Misschien hebben we ook al die beelden gezien op tv, over volkeren voor wie Allerzielen een feestdag is die ze bij hun overledenen vieren. Ze eten en drinken op het kerkhof, helemaal in de nabijheid van hun overledenen, ze spelen muziek, ze zingen en neuriën. Hun doden horen daarbij, het is of ze echt aanwezig zijn, of ze deelnemen aan de gesprekken en meevieren met het feest. Want dat feest is aan hen gewijd. 

Wij echter voelen Allerzielen niet aan als een feest, wel als een herinnering aan de enige absolute zekerheid die we hebben in ons leven, en dat is dat we eens zullen sterven, en dat de dood deel uitmaakt van het leven. We weten dat de dood veel verdriet veroorzaakt. Net zoals we weten dat de dood voor velen het absolute einde is. Ze geloven niet in het leven na de dood, nee, zij geloven in het niets. Dood is dood, en het leven is voorgoed voorbij. Maar in de eerste lezing horen we dat God de rechtvaardigen bij zich opneemt. En in het evangelie zegt Jezus: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.’ Het zijn sterke woorden, maar we kunnen ze geloven, want ze komen van Jezus zelf. En het zijn woorden waaruit blijkt dat God, dat Jezus ons altijd nabij is, in goede en in kwade dagen. Daarop mogen we hopen, dat mogen we geloven. Dat we nooit alleen zijn, en dat onze hoop op nieuw en eeuwig leven sterker is dan de dood.

Zusters en broeders, moge die zekerheid op leven na de dood ons Allerzielen zijn. Voor ons, en voor allen die we liefhebben en ons in de dood zijn voorgegaan. Amen.     

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha