Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

‘Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven: de Geest van de waarheid. Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug.’

Zusters en broeders, deze woorden van Jezus doen sterk denken aan zijn woorden van vorige week. Verwonderlijk is dat niet, want net als vorige week komt het evangelie van vandaag uit de afscheidsrede van Jezus op het Laatste Avondmaal. Een droevig afscheid bij wat er zou volgen, en een vreugdevol afscheid bij die woorden van Jezus: Wat er ook gebeure, Ik laat u niet achter. Ik ben bij u en Ik blijf bij u.

En hierbij vragen we ons misschien af waarom Jezus twee keer na elkaar hetzelfde zegt. Waarom Hij dus zijn aansporingen en zijn beloftes herhaalt. Het antwoord op die vraag ligt misschien in de werkelijkheid van ons leven, en dat is dat wij dikwijls hetzelfde meemaken. Als we stilstaan bij wat ons vorige week gelukkig heeft gemaakt, dan zien we dat dit wellicht dezelfde dingen zijn die ons ook voordien gelukkig maakten, en die ons ook vandaag gelukkig maken. En wat zijn dat? Dat zijn dingen die verband houden met onze relatie, onze kinderen of kleinkinderen, onze gezondheid of onze herwonnen gezondheid na een ernstige ziekte, ons werk, een mooie en aangename reis, onze vrienden en ga maar door. Allemaal dingen die het leven leefbaar en aangenaam maken. Maar tegelijk weten we dat die dingen anders kunnen lopen. Relaties die stuklopen, kinderen en kleinkinderen die andere wegen gaan, gezondheid die ondergaat in ziekte enzovoort. Of dingen die om ons heen en in de wereld gebeuren: het vreselijke mijnongeval in Turkije, de verkeersongevallen in ons eigen land, de puur moordende machtswellust van moslims in Azië en Afrika. Ook hier kunnen we blijven doorgaan, kunnen we dingen blijven opsommen die ons aangrijpen, die pijn doen, die ongelukkig maken. Want zo is ons leven, en zo is het leven van iedereen: dingen en gebeurtenissen die zichzelf herhalen, en die ons gelukkig maar ook ongelukkig kunnen maken. Wellicht is het dus om die blijvende terugkeer dat Jezus dezelfde oproep en dezelfde belofte herhaalt. ‘Blijf geloven’, zegt Hij. En ook: ‘Ik zal altijd bij u zijn. Ik laat u nooit in de steek.’

Die oproep en die belofte zijn heel belangrijk in ons leven, want we kunnen proberen meegaan met Jezus, of we kunnen moedeloos worden door wat tegenzit. We kunnen opbouwen of afbreken. En we kunnen ook gewoon luisteren naar Jezus. Hij zegt: Niet klagen, maar handelen; niet zagen, maar doen; niet oordelen, maar helpen. Zo was zijn zending, zo was zijn leven, en Hij gaf nooit op. Denk aan zijn eerste woorden na zijn verrijzenis: ‘Vrede zij u’, zei Hij tegen zijn leerlingen die zich bang in een vergaderzaal hadden verborgen. En Hij herhaalde: ‘Vrede zij u.’ Misschien hebben we daar nog nooit aan gedacht, aan die eerste woorden na de moord die op Hem is gepleegd. Die vrede wenst Hij aan mannen die toen gedaan hadden of ze Hem niet kenden, en die Hem lafweg in de steek hadden gelaten. Geen woorden van ongenoegen. Zelfs geen woorden van verwondering. Zo van ‘Dat had Ik echt niet van u verwacht.’ Nee, alleen maar ‘Vrede zij u.’ En daarna de zending van zijn Geest, de Geest die Hij ook ons belooft. De Geest van waarheid en vrede.

En daarbij kunnen wij ons afvragen: Waar staan wij? Wat doen wij? Zoeken ook wij, zoals Jezus, naar vrede, of houden we meer van onvrede? Bouwen we op, of breken we liever af? Zijn wij trouw in doen en denken, of vinden we ontrouw en eigenbelang belangrijker dan de rest? Groeien wij in geloof of groeien we weg van ons geloof?

Zusters en broeders, in de lezingen van vandaag zijn niet alleen de woorden van Jezus, maar ook die van de eerste lezing echt aangrijpend. De pas gewijde diaken Filippus trekt naar de stad Samaria en vertelt daar vol enthousiasme over Jezus. Maar Samaria, dat kan toch niet? Samaritanen zijn toch heidenen? En wat zien we? Dat die zogenaamde heidenen gepakt worden door Filippus’ woorden, dat ze zich vol vreugde laten dopen in de naam van Jezus, en dat Petrus en Johannes naar hen toekomen om Gods Geest over hen te brengen. Wel, laten ook wij dat doen: vol geloof en vreugde leven naar de woorden en daden van Jezus, en bidden dat zijn Geest over ons mag komen. Nu en altijd. Amen.

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha