Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

Zusters en broeders,

Opnieuw hoorden we in het evangelie een fragment uit de Bergrede, en opnieuw zegt Jezus heel pakkende dingen.

‘Niemand kan twee heren dienen’, zo beginnen zijn woorden, en we weten hoezeer dat waar is. Want we moeten keuzes maken in ons leven, veel keuzes. Keuzes uit dingen die Jezus met twee heren vergelijkt. Dikwijls zijn dat niet zo’n belangrijke dingen en dingen die voorbijgaan. Dingen als: Welke kleren zullen we kopen of aantrekken? Gaan we wel of niet wandelen? Welk programma zien we vanavond op tv?, en ga maar door Allemaal dingen waar we elke dag voor moeten kiezen, maar die niet blijvend zijn, en ook niet echt belangrijk. Maar we moeten ook keuzes maken die wél blijvend en wél belangrijk zijn. Keuzes voor die levenspartner en geen andere, voor dat beroep en geen ander, voor de weg van God, van Jezus en geen andere. Het zijn zulke keuzes die Jezus bedoelt wanneer Hij zegt dat niemand twee heren kan dienen. Want die keuzes hangen af van de trouw waarmee we ze waarmaken. Het is zoals bij een wedstrijd: je kunt niet op twee ploegen, op twee renners of op twee paarden blijven wedden. Net zo min als je voor twee levenspartners, voor twee beroepen en voor twee goden kunt kiezen. Eén partner, één beroep, één God is al moeilijk genoeg. Blijf dus die ene heer op de juiste manier dienen, zegt Jezus.

En Hij zegt ook: ‘Gij kunt niet God dienen én de mammom.’ En de mammon, dat is de geldduivel. Je weet wat dat is: dat is alleen voor geld leven. We zien het meer en meer om ons heen: mensen die alleen maar willen werken als ze er miljoenen mee verdienen. Ze kiezen er dus voor de mammon te dienen, en dat is: ze kiezen alleen voor zichzelf, voor hun eigen geld, voor hun eigen goed. Het lijkt hen niet te deren dat ze al het andere verliezen, maar wat doe je in godsnaam met zoveel geld? Wat doe je met al dat bezit? Je kunt er alleen verslaafd aan zijn, zoals anderen verslaafd kunnen zijn aan hun computer, hun iPod, hun drank, hun drugs. Dat hún mammon, en een andere mammon kunnen of willen ze niet dienen.

Doe dat niet, zegt Jezus, dien geen twee heren, en wees niet verslaafd. Leef dus zoals de bloemen in het veld en de vogels in de lucht. Maar kunnen we dat: leven zonder ons zorgen te maken? Want daar zitten we vol van: van zorgen. Zorg om onze partner, om onze kinderen en kleinkinderen, om ons beroep, om onze eigendom, om ik weet niet wat nog allemaal. Zorgen, dat hebben we. Maar ben je daardoor in staat ook maar iets aan je levensweg toe te voegen?, vraagt Jezus ons. En Hij herhaalt: Hou op met u over alles zorgen te maken. God, uw hemelse Vader, zal wel voor u zorgen.

En misschien vragen we daarbij dan weer af: Moeten we dus niets meer doen? Jawel, we moeten zeker nog iets doen, en nee, we moeten niet werkloos wachten op wat er zal komen. We moeten zelf zaaien en maaien, maar God zal ons daarbij begeleiden, en Hij zal er zijn voor ons zoals Hij er is voor die vogels en die bloemen. Zoals Hij er is voor heel zijn schepping. Hij zal ons van het nodige voorzien. Hij laat ons niet in de steek. Dat hoorden we ook in de eerste lezing. Zoals een moeder zich ontfermt over haar kind, zo zal de Heer onze God zich om ons bekommeren, zo hoorden we daar. En de Heer zelf voegt eraan toe:  Nee, Ik vergeet u nooit.

Zusters en broeders, Hij zal ons nooit vergeten. Laat Hij de Heer zijn die we willen dienen. Amen.

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha