Jaar 2014-2015 Cyclus B

 

Zusters en broeders,

Advent, Kerstmis, Heilige Familie, Openbaring, en vorige week Doop van Jezus: dat waren allemaal speciale zon- en feestdagen, en die zijn nu voorbij. Vandaag is het een gewone zondag door het jaar, en we horen meteen lezingen die we niet zomaar van ons kunnen afschudden. 

‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’, zegt de jonge Samuël in de eerste lezing. Luisteren doet hij, en ‘de Heer was met hem’, zo eindigt het verhaal. Spreken, dienaar, luisteren: het zijn kernwoorden in het verhaal, maar dat zijn ze ook in ons leven. Zijn we ons daar wel van bewust? Misschien vragen we ons dus best eens af welke plaats we ze geven in ons leven. Neem nu ‘spreken’: geven wij anderen de kans om iets te zeggen, of hebben we alleen maar belangstelling voor wat we zelf zeggen? En luisteren: doen we dat echt? Luisteren we echt naar anderen, of luisteren we alleen naar onszelf, zodat we niet eens horen wat anderen zeggen? Zoals we dan ook de stem van God de Heer niet horen. Zijn stem die klinkt doorheen de woorden en daden van Jezus en de apostelen, doorheen de profeten en doorheen het geloof van miljarden gelovigen vroeger en nu. Zijn stem die ook klinkt doorheen de woorden van onze goede paus Franciscus, hij die resoluut gaat voor een Kerk zoals God de Heer die heeft gewild, en dat is een Kerk met een hart voor zieken, vluchtelingen, armen en noodlijdenden. Zijn we niet doof voor Gods stem? Hebben we niet de neiging te doen alsof we ze niet gehoord of niet begrepen hebben? Of zeggen we gewoon: Jaja, ik heb het allemaal gehoord, al meer dan eens, maar dat is niets voor mij. Wat kan ik er trouwens aan doen? Het zijn mijn zaken niet. 

Anderen, en ook God de Heer laten spreken, en echt luisteren: het lukt ons wellicht niet altijd. Maar Samuël zegt ook: ‘Uw dienaar luistert.’ Voelen ook wij ons een dienaar van de Heer onze God? Doen wij wat Hij ons vraagt? En wat vraagt Hij? Dat we van Hem, van onszelf en van onze naaste zouden houden. Van onszelf houden: daar hebben we wellicht geen moeite mee. Maar van God en onze naaste houden, en doen wat God ons in dat opzicht vraagt: dat is iets anders. Proberen we dat echt als trouwe dienaars, of denken we in stilte wat we misschien ook luidop zeggen wanneer iemand ons iets vraagt: ‘Ik ben uw meid niet, hé.’  

Misschien moeten we ons daar dus echt over bezinnen: of we inderdaad luisteren naar de Heer onze God, en of we een echte, een waardige dienaar zijn. Zoals Samuël. Maar ook zoals Johannes de Doper en enkele van zijn leerlingen. Wanneer Jezus in het openbaar verschijnt, is Johannes al lang een bekend en invloedrijk profeet. Velen laten zich dopen en luisteren naar zijn boodschap dat ze zich moeten bekeren, dat ze dus veel beter moeten leven. En wanneer hij Jezus ziet, eist hij daar niets voor op. Geen felicitaties, geen dankbaarheid, zelfs geen erkenning. Integendeel, hij wijst zijn leerlingen naar Jezus door, en noemt Hem het Lam Gods. ‘Ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken’, hoorden we hem vorige week zeggen. Die Jezus, dat Lam Gods moeten zijn leerlingen volgen, en niet hem. Wat een nederigheid! 

Opnieuw kunnen we ons afvragen: waar staan wij in dat verhaal? Zien ook wij in Jezus het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt? En de zonde van de wereld: dat ontstaat wanneer mensen alleen leven voor zichzelf, voor hun eigen welzijn, voor hun eigen groot gelijk. En waarheen dat eigen groot gelijk leidt, zien we elke dag in het gruwelijk moslimfundamentalisme. Kunnen wij dus, net als Johannes, erkennen dat iemand anders, dat Jezus, dat God belangrijker is dan wijzelf? En worden wij zo sterk door Jezus aangetrokken als die leerlingen van Johannes? Zij zien de Messias in Hem, en de Messias, dat is het geschenk van God aan de mensen. Zien wij Jezus als een geschenk van God? Zien wij zijn woorden en daden als woorden en daden van God zelf? Zijn woorden en daden van liefde en vrede, van vergeving en barmhartigheid, van gerechtigheid en hulp aan mensen in nood. Willen wij meewerken aan de verspreiding van dat goddelijk geschenk? 

Zusters en broeders, vandaag is het een gewone zondag door het jaar, maar we horen levenwekkende dingen waaraan wij onszelf kunnen toetsen. Laten ook wij zeggen: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’, en laten we dat ook doen: luisteren naar God onze Heer en leven als zijn dienaar. Zoals Jezus ons dat in zijn woorden en daden heeft voorgeleefd, want Hij is de Messias,  Hij is het Lam Gods, Hij is het geschenk van God aan de mensen. Amen.

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha