Jaar 2014-2015 Cyclus B

 

Zusters en broeders,

Het openbaar leven van Jezus is pas begonnen. Aan het meer heeft Hij vier volgelingen geropen: de broers Petrus en Andreas, en Jacobus en Johannes. Het zijn vissers, en Hij belooft dat Hij vissers van mensen van hen zal maken. Vandaag gaat Hij op de sabbat naar de synagoge van Kafarnaüm. Dat is het dorp waar Hij woont, en daar begint Hij zijn onderricht. Marcus, die dit evangelie schreef, vertelt niet wat Hij zegt, maar wellicht heeft Hij gesproken over Gods nabijheid, over zijn goedheid, zijn liefde, zijn barmhartigheid. En anders dan de schriftgeleerden sprak Hij met gezag. Misschien heeft Hij toen al gezegd dat er maar één gebod is, en dat luidt: Bemin God bovenal en uw naaste gelijk uzelf. Maar wat Hij ook gezegd heeft, het is zo indrukwekkend dat de mensen buiten zichzelf zijn, zo sterk zijn ze aangegrepen door zijn woorden. Zelfs zo sterk dat Jezus wordt toegeschreeuwd door een man die bezeten is door een onreine geest.

Wellicht vragen we ons af wat we ons bij zo’n onreine geest moeten voorstellen. Is dat een soort duivel met vlammende ogen vol giftig vuur en een dampende mond, zoals we die in spelletjes en filmpjes kunnen tegenkomen? Nee, zeker niet. Wellicht gaat gewoon om een boze geest zoals er ook vandaag nog zoveel zijn. Misschien is die man bijvoorbeeld bezeten door de geest van de hebzucht. Misschien is onnoemelijk veel geld en onnoemelijk veel bezit zijn enige god - zijn afgod dus. Of misschien is hij bezeten door de geest van machtswellust, wil hij alleen maar heersen over anderen. Of misschien lijdt hij aan een fanatieke zelfoverschatting, vindt hij alleen zichzelf de moeite waard. Zo kan hij bezeten zijn door nog tientallen andere boze geesten, zoals  wreedheid, geweld, roddelarij, egoïsme en ga maar door, want ze zijn ontelbaar, die boze geesten. En zoals bij zoveel bezetenen is ook bij hem één ding duidelijk: hij wil niet bevrijd worden van zijn boze geest, hij wil niet veranderen, hij wil geen goed mens worden. Dus scheldt hij Jezus uit, en verwijt hij Hem dat Hij hem in het verderf wil storten. En dat verderf, dat is volgens hem dat hij niet meer zou genieten van zijn boze geest, maar zou leven naar Jezus’ Blijde Boodschap van liefde, vrede en gerechtigheid. Nee, dat wil hij niet. Hij wil niet leven naar de woorden van die Heilige van God zoals hij Jezus zelf noemt, want met God wil hij niets te maken hebben. God staat immers voor liefde, voor vrede en gerechtigheid, en Hij verwacht dat ook van zijn schepping. Maar zo wil de man niet leven, zeker niet.

Zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij staan in dit verhaal. Ook wij leven immers in een wereld die bezeten is door veel boze geesten. De geest van de hebzucht bijvoorbeeld. Of het nu gaat om milieu en samenleving, om vrede en vrijheid, om inzet en hulpvaardigheid, of om gelijk wat anders: de enige vraag die nog gesteld wordt, luidt zo goed als altijd: wat brengt dat op? In dat opzicht leven we zelfs in een ronduit waanzinnige wereld. Wellicht heb je veertien dagen geleden ook gehoord of gelezen dat de tachtig rijkste mensen in onze wereld evenveel bezitten als de 3,5 miljard armste mensen. Zo waanzinnig is onze wereld geworden: de rijken worden altijd maar waanzinnig rijker en de armen altijd maar onmenselijk armer. We moeten ons dus echt afvragen of ook wij door zo’n bezitsdrang beheerst worden. Denken ook wij alleen maar aan bezit en aan geld? Of worden we bezeten door andere boze geesten waarover we ook elke dag horen, zoals de gruwelijke geest van geweld, van macht, van uitbuiting, van egoïsme, van onverschilligheid voor de miserie van anderen, van …

Zusters en broeders, we kunnen blijven opsommen, en hoe minder we leven naar Jezus’ woorden en daden, hoe langer die opsomming zal worden. Of we kunnen doen wat de mensen van Kafarnaüm deden wanneer ze Jezus voor het eerst mochten aanhoren: ze waren zo gepakt door zijn Blijde Boodschap dat ze er echt wilden naar leven. In Hem zagen ze de profeet over wie God de Heer in de eerste lezing zegt dat Hij zijn woorden in zijn mond zal leggen. Wel, laten ook wij dat zo getroffen worden door Jezus’ Blijde Boodschap dat ook wij willen leven naar zijn woorden, want dat zijn de woorden van God zelf. Amen.

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha