Zusters en broeders,
In het jaar 1346 brak in heel de toen bekende wereld een vreselijke ziekte uit. Waarschijnlijk was ze ontstaan in Centraal-Azië, en had ze zich via de handel en ronddolende legers overal verspreid. In Europa was Italië het eerste slachtoffer, en van daaruit verspreidde ze over heel het continent. In 1351 was Rusland het laatste slachtoffer. De Zwarte Dood noemden de middeleeuwers de ziekte, omdat ze in heel korte tijd miljoenen slachtoffers maakte. Vooral steden werden zwaar getroffen: die konden in een jaar tijd tot tachtig procent van hun inwoners verliezen. In heel Europa stierf een derde van de bevolking. Nooit is een oorlog of een hongersnood zo moordend geweest als deze massale epidemie. Pas 250 jaar later, rond 1600, telde de toenmalige wereld weer evenveel inwoners als voor de slachting.
Waarover ging het? Pas sinds enkele jaren weet men met wetenschappelijke zekerheid dat het om builenpest ging. De middeleeuwers wisten dat helemaal niet, ze kenden de ziekte niet eens. Hun overtuiging was dat de Zwarte Dood een straf van God was, omwille van de zondigheid van zoveel mensen. Maar toen ze zagen dat niet alleen zondige, maar ook diepgelovige mensen massaal stierven, twijfelden ze daaraan. Dus zochten ze schuldigen. Direct verdacht waren de joden, want bij hen vielen er veel minder slachtoffers dan bij de christenen, soms zelfs maar vijf procent. Een Zwitserse joodse arts werd onder afgrijselijke marteling gedwongen te bekennen dat de joden de christenen via hun waterputten en bronnen wilden vergiftigen. Het gevolg was een vreselijke vervolging, vooral in Duitsland en Zwitserland. In sommige steden werd de hele joodse gemeenschap uitgemoord. Pas honderden jaren later wist men waarom de Zwarte Dood de joden zoveel minder had getroffen: omdat ze op basis van de reinigingswetten uit het Oude Testament hygiënischer leefden dan de anderen, dus werden ze ook minder snel besmet dan de anderen.
Is het dus tegen die positieve hygiëne dat Jezus zo heftig te keer gaat? Schijnbaar is dat inderdaad zo, maar als je aandachtig leest, zie je dat Hij de schriftgeleerden en farizeeën verwijt dat volgens hen menselijke wetten belangrijker zijn dan goddelijke geboden. Misschien denkt Hij daarbij aan de 248 geboden en 365 verboden van de Mozaïsche wet, terwijl er voor Hem maar één gebod is, en dat luidt: ‘Bemin God bovenal, en uw naaste gelijk uzelf.’ Leef je volgens dat ene gebod, dan doe je geen slechte dingen. Was je dus je handen niet voor je eet, dan ben je nog geen slecht mens. Misschien wordt wel je maag, maar niet je hart geraakt.
Dat is dus wat Jezus zegt: dat goddelijke geboden niet tot menselijke wetten en menselijk handelen mogen herleid worden, en dat we onze medemensen niet mogen beoordelen en zeker niet veroordelen op basis van hun uiterlijk of hun dagdagelijks handelen. Dat doen de schriftgeleerden en de farizeeën juist wél: ‘Hoe kunnen uw leerlingen goede gelovigen zijn als ze niet eens hun handen wassen voor ze eten?’ verwijten ze Jezus.
Zoals altijd kunnen wij ons afvragen: waar staan wij in het verhaal? Oordelen ook wij niet veel te snel over anderen op basis van hun uiterlijk of hun dagdagelijkse gedragingen? Denken ook wij niet dikwijls: ‘Dat is zeker geen goed mens, want hoe ziet hij eruit! Hoe kun je deugen als je niet eens je uiterlijk verzorgt, en als je er bijloopt als een lanterfanter!’
Zusters en broeders, het is veel beter is dat we goed naar Jezus luisteren. Hij zegt: ‘De mens wordt niet onrein door zijn uiterlijk, maar door wat in zijn hart leeft. En dat kunnen goede of slechte dingen zijn. Jezus somt een hele hoop van die slechte dingen op. Hij vernoemt kwade gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, bandeloosheid, jaloersheid, laster, hoogmoed en lichtzinnigheid. Maar als God liefdevol in ons aanwezig mag zijn, als we dus leven naar de woorden en daden van Jezus, die Gods woorden en daden zijn, dan leven goedheid, nederigheid, vriendelijkheid, eerlijkheid, waarheid en meer van die mooie dingen in ons hart, en dan zoeken we in heel ons doen en denken altijd naar liefde, vrede en vreugde. Met of zonder propere handen. Laten we zo proberen leven, strevend naar het goede. Amen.