Zusters en broeders,
In de eerste lezing en in het evangelie horen we een variant van hetzelfde thema: iemand die niet tot de groep behoort, treedt op alsof hij er wel toe behoort. In de eerste lezing treden twee mannen op als waren zij profeten, en in het evangelie drijft iemand die geen volgeling is van Jezus toch duivels uit in zijn naam. In beide lezingen wordt daar door enkelen scherp tegen gereageerd: Jozua vindt dat Mozes die beide mannen moet doen zwijgen, en Johannes verlangt dat Jezus zou optreden tegen die duivelsuitdrijver.
Zoals zo dikwijls zijn dat verhalen die direct van toepassing zijn op ons eigen leven. Meestal hebben we immers heel snel onze vragen en onze bedenkingen bij iemand die iets anders denkt, vertelt of doet dan wijzelf. We staan ook heel snel klaar om alles te af meten met onze eigen maat, en alles en iedereen door onze eigen bril te bekijken. Onze eigen overtuigingen, ons eigen doen en denken: dat is onze norm. En we denken misschien ook heel dikwijls: wat ik zelf doe, doe ik beter dan iemand anders.
Mozes heeft een sterke reactie tegen zulke overtuigingen. Hij zegt tegen Jozua, die niet wil dat anderen optreden als profeet: ‘Ik zou willen dat heel het volk van de Heer profeet was en dat de Heer zijn geest op hen legde.’ Nog sterker is de reactie van Jezus: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons’, zegt Hij. Misschien zijn we ons daar niet van bewust, maar mocht dat onze leefregel zijn, dan zouden we heel wat minder botsingen kennen met onze medemensen.
De verhalen uit de lezingen richten zich evenwel niet alleen tot ons, maar tot alle mensen. Dat zien we in het dagelijkse nieuws. Miljoenen mensen slaan op de vlucht voor oorlogen en burgeroorlogen, wreedheid en corruptie in enkele Afrikaanse en islamitische landen. Honderdduizenden van hen proberen in het vrije en welvarende Europa te geraken, maar Europa weet geen blijf met de toevloed. Dat komt niet omdat Europa dat niet aankan, maar door het wantrouwen. ‘Wie zijn die mensen? Wat komen ze hier zoeken? Zijn ze wel te vertrouwen? Waarom lossen ze hun problemen niet zelf op?’ Eindeloze vragen met even eindeloze antwoorden, die elkaar telkens tegenspreken. Terwijl Jezus op alle vragen zou antwoorden: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’
Dat zegt Hij ook tegen zijn Kerk. Zijn, en dus ook onze Kerk, die zo snel klaar staat met haar oordeel. Begin oktober vindt in het Vaticaan de synode plaats waarin bisschoppen van alle werelddelen zich zullen buigen over de roeping en de zending van het gezin. Hoe goed zou het zijn als ze zich ook zouden buigen over de Kerkelijke reactie op mislukte huwelijken en op mensen met een andere geaardheid. Hoe goed zou het zijn als ze zich in alles zouden spiegelen aan Jezus, die nooit veroordeelde, maar altijd open stond voor alles en iedereen. En die zei’: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’
Hoe goed zou het zijn als ook de media naar die woorden zouden luisteren. Zoals elke laatste zondag van september is het ook vandaag Mediazondag. Een dag waarop de Kerk aandacht vraagt voor eerlijke media. Voor kranten, radio, televisie, sociale media die niet afbreken maar opbouwen. Die geen roddels en eigen waarheden, maar eerlijke en treffende berichten de wereld insturen. Die willen luisteren naar de woorden van Jezus wanneer Hij zegt: Heb respect voor gewone, arme en kleine mensen. Wil ze niet misleiden en slechte wegen opsturen. Vertel geen zogenaamde waarheden over rijkdom en bezit. Zie de werkelijkheid door eerlijke ogen. En breek niet alles en iedereen af met andere ideeën dan die van jezelf.
Zusters en broeders, onze tijd van zoeken en dikwijls niet vinden, van vallen en opstaan, van armoede van velen en waanzinnige rijkdom van weinigen; onze tijd van oorlog, uitbuiting en corruptie, en van zoveel andere mensonwaardige dingen zou er zoveel beter uitzien mochten we met zijn allen willen leven naar de woorden en de daden van Jezus. Zijn woorden en daden van respect en begrip voor anderen, van stoppen met oordeel en veroordeling. Laten we die weg proberen gaan. Amen.