Zusters en broeders,
De geboorte van een kind is een bijzondere, een onvergetelijke gebeurtenis voor elke moeder. Een verlangen dat werkelijkheid, en een wachten dat vreugde wordt. En ook een verlossing van onzekerheid, en van angst voor tegenslag en mislukking. Nu is er tijd voor vreugde en geluk om de hergeboorte van de vrouw die moeder, en de man die vader wordt. Een nieuw leven, met nieuwe mogelijkheden en een nieuwe toekomst.
In de eerste lezing wekt de geboorte van een Kind zo’n vreugdegezangen op. Het volk dat in het donker leeft, ziet nu een groot licht dat straalt over hun land van doodse duisternis. De profeet Jesaja noemt het Kind wonderbare Raadsman, goddelijke Held, eeuwige Vader, Vredevorst. Alle macht wordt Hem gegeven, en zijn rijk wordt gebouwd op recht en gerechtigheid. Niet voor enige tijd, maar van nu af tot in eeuwigheid.
Dat zijn zeer hoge woorden, en ook in het evangelie horen we woorden van vrede en geluk. Het kind wordt nochtans niet geboren in een paleis, en zijn ouders zij geen rijke en machtige vorsten, maar eenvoudige mensen, en omdat er geen plaats was in een herberg, ligt hun kind ergens in een kribbe. Toch wordt de geboorte plechtig en met vreugde verkondigd. Niet aan keizer Augustus die in zijn reusachtig rijk een volkstelling heeft uitgeschreven, niet aan andere machtigen der aarde, maar aan doodgewone mensen: aan herders die ook gedurende de nacht hun kudde moeten bewaken. Zij zullen het Kind bezoeken. Het Kind dat de Redder is, Christus de Heer. Die geboorte moet gevierd worden, de geboorte van Gods menswording.
Misschien denken we daar veel te weinig aan. Meer en meer lijkt Kerstmis alleen maar een feest van veel te veel eten en drinken, van eindeloos veel cadeaus en van dikwijls lachwekkend veel licht op straten, pleinen en huizen. Maar dat is Kerstmis niet. Kerstmis is een feest van vrede en geluk omdat God onder ons heeft willen wonen.
Wat zou het mooi zijn mocht zijn komst op aarde een nieuwe wereld scheppen. Geen wereld vol haat, uitbuiting en volkerenmoord, maar een wereld vol liefde, gelijkheid en vrede. Geen wereld vol wreedheid, kindermoord en onmenselijk fanatisme, maar een wereld vol hulpvaardigheid, barmhartigheid en begrip. Geen wereld vol waanzinnige rijkdom en vreselijke armoede, maar een wereld vol broederlijk delen en wederzijdse hulp. Geen wereld vol wantrouwen en angst, maar een wereld vol geluk en vertrouwen.
Zusters en broeders, de boodschap van de engel aan de herders is een boodschap vol hoop en vol toekomst. Hij zegt: ‘Vrees niet, want ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk.’ Mocht het zo zijn: dat we geen vrees kennen, maar alleen maar vreugde omdat God is komen wonen ‘onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft’. Dat zingen de engelen vol vreugde, en ze hebben gelijk, want God heeft welbehagen in álle mensen. Want alle mensen zijn zijn schepselen, en Hij draagt ze allen in de palm van zijn hand. Mocht dit voor ons Kerstmis zijn: de vreugde omdat God mens is willen worden. Mochten we zoeken naar de vrede die leeft in zijn Rijk van vrede en gerechtigheid. Niet voor enige tijd, maar van nu af tot in eeuwigheid. Amen.