Zusters en broeders,
Aangrijpende lezingen: dat is wat we horen op deze eerste zondag van het nieuwe jaar. ‘Sta op, Jeruzalem, want de zon gaat over u op’, zo klinkt het in de eerste lezing. In het evangelie hebben wijzen uit het oosten het licht gezien, ze volgen het, maar eens ze Jeruzalem naderen, is het verdwenen. De zon, het licht over Jeruzalem in de eerste lezing wordt donkerte en duisternis over de stad in het evangelie. Hoe kan dat nu?
Het antwoord vinden we in het verhaal over de wijzen. Ze komen uit het oosten, het zijn geen joden, en in hun volk hebben ze geen profeten gekend die de komst van God de Heer onder de mensen hebben verkondigd. God de Heer die komt als de Christus, de Gezalfde, de Messias, en die als een Herder voor heel zijn kudde zal zorgen. Niets hebben de wijzen daar ooit over gehoord, en toch gaan ze op zoek naar de pasgeboren koning van de joden. Waarom doen ze dat? Omdat ze zoekende mensen zijn. Geen mensen die denken dat ze alles weten, en die zichzelf uiterst belangrijk en onmisbaar machtig vinden. Zo geen mensen, maar mensen die zoeken naar licht in de duisternis over zoveel volkeren. De duisternis van het geweld, van de moordpartijen van moslimfundamentalisten, van de massale kindermoord van de Taliban, van de gruwelijke wreedheden van Al Quaeda, Boko Haram en IS. De donkerte van de eenzaamheid van zieken en ouderen, en van de armoede van miljoenen anderen. De duisternis van het terrorisme van de roddel, de mentale verstarring, de ziekte van rivaliteit en ijdelheid, en nog zoveel andere ziektes waarover paus Franciscus in zijn redevoering tot de kardinalen sprak. En ook de donkerte van zovelen die God niet toelaten in hun leven, die God willen uitroeien omdat ze alleen in zichzelf willen geloven en omdat ze niets willen doen voor anderen, want alleen zijzelf zijn de moeite waard. Zovelen zijn er die veel liever in die duisternis leven dan in het licht van God en zijn schepping. Zoals Herodes en de andere machtigen in Jeruzalem: zij zijn geen zoekende mensen, want zij weten alles en ze hebben alles, en daarom kan het licht niet schijnen in hun stad. Het licht van God, het licht van liefde en vrede, het licht van barmhartigheid en hulpvaardigheid.
Bij zo’n verhaal moeten wij ons afvragen waar wijzelf staan. Leven ook wij liever in de duisternis van ons eigen ik, of willen wij, zoals de wijzen, op zoek gaan naar het licht van God? We moeten daarvoor helemaal niet super slim, rijk of machtig zijn, zeker niet. We moeten alleen willen doen wat die wijzen deden, en dat was de weg gaan die het licht van de Heer aanwijst. Doen wij dat effectief? Kunnen wij ons eigenbelang achter ons laten en meestappen met de wijzen, op zoek naar God? Kunnen wij, net zoals zij, blij zijn als we zijn licht aanschouwen en Hem kunnen vinden? Niet in geld, in rijkdom en in macht, maar in eenvoud. Zoals de wijzen: zij werden vervuld van overgrote vreugde toen ze de Messias vonden. En ze vonden geen machtige koninklijke vorst, maar een eenvoudig kind met eenvoudige ouders. Doen wij mee met hen? Danken ook wij God in ons gebed, en eren we Hem met de geschenken van onze liefde en van ons zoeken naar vrede en gerechtigheid? Doen wij dat? Of blijven wij liever leven in de triestige duisternis van ons eigen ik?
Zusters en broeders, laten we doen wat de wijzen deden, en dat is het licht volgen van de Heer en zijn weg gaan. Die weg loopt niet over geld, rijkdom en macht, maar over geloof en eenvoud. Laten we het, zoals die wijzen, nooit opgeven te blijven zoeken naar die weg van God de Heer. Om Hem, net zoals zij, te vinden in eenvoud en in nederigheid, in blijdschap en in dankbaarheid. En laten we zeker nooit vergeten dat God de Heer ons in ons zoeken zal blijven helpen, zoals Hij de wijzen heeft geholpen. ‘Ga niet terug naar Herodes’, zei Hij ‘want die heeft slechte dingen voor.’ En tegen ons zegt Hij: ‘Ga geen andere wegen dan de weg die Ikzelf ga. Kijk om je heen, en zie wat er gebeurt wanneer mensen alleen hun eigen weg gaan. Die weg gaat over hebzucht, egoïsme, uitbuiting, wreedheid, volkerenmoord.’
Zusters en broeders, vandaag vieren we de openbaring van de Heer. En Hij wordt geopenbaard aan mensen die Hem zoeken. Laten we bij die mensen horen, zodat Hij elke dag in heel ons doen en denken kan geopenbaard worden. Amen.