Jaar 2015-2016 Cyclus C

 

Zusters en broeders,

De kracht van het woord: daarover gaat het in de eerste lezing en in het evangelie. We kennen die kracht, en we weten dat sommigen daar heel sterk over beschikken. Advocaten die misdrijven de lucht inpraten, politici die hun overtuigingen als diepgaande beloften verkondigen, handelaars die waardeloze dingen als onmisbare noodzaken verkopen,  tv-mensen die hun verbeelding als werkelijkheid voorstellen … Het zijn maar enkele voorbeelden, maar we weten dat er veel meer zijn. We weten ook dat sommigen zo sterk door die kracht van het woord kunnen aangegrepen worden dat ze andere mensen worden, met andere overtuigingen en andere inzichten, en dat ze naar het goede, maar ook naar het kwade, het vreselijke, het wrede kunnen geleid worden. Dat laatste maken we elke dag mee met de wreedheid van fundamentalisme en zelfmoordterrorisme.

Diep aangegrepen was ook het volk in de eerste lezing, zo diep dat allen ‘in tranen uitbarstten toen ze de woorden van de wet hoorden.’ Dat was dus wat ze hoorden: de woorden van de wet. Niet zomaar de wet, maar de wet van het Verbond tussen God en de mens. De wet van Gods goedheid, van liefde en vrede. De wet van er zijn voor God en voor elkaar, en het volk is erg bedroefd omdat ze die wet dikwijls overtreden. Vandaar dat ze in tranen uitbarsten. Vandaar ook dat de profeet zegt: Vergeet niet te leven, en leef niet alleen voor jezelf, maar deel met wie niets heeft.

Dat zegt ook Jezus. Voor het eerst geeft Hij onderricht in de synagoge van Nazareth, het dorp waar Hij woont, en heel uitdrukkelijk leest Hij woorden van Jesaja voor. ‘De Geest van de Heer rust op Mij’, leest Hij, ‘om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen, aan blinden het licht in hun ogen, om verdrukten in vrijheid te laten gaan, en een jaar af te kondigen dat de Heer welgevallig is.’ Vol spanning houden alle toehoorders de ogen op Jezus gevestigd, en Hij beantwoordt die spanning met woorden vol belofte: ‘Het Schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord, is vandaag in vervulling gegaan.’

Het volk dat aangegrepen is door het Woord van God, het volk dat vol spanning naar Jezus opkijkt … Wat zou het goed zijn, wat zou de wereld er heel anders uitzien, mochten ook wij, mochten alle mensen zo aangegrepen worden door het Woord van God. Want ook tot ons en tot alle mensen zegt Jezus dat dit Schriftwoord vandaag in vervulling is gegaan. Niet in het verleden, niet in de toekomst, maar vandaag. Want zo werkt Woord van God: elke dag opnieuw.

Zusters en broeders, we leven in het Heilig Jaar van de Barmhartigheid. ‘Wees barmhartig, zoals uw hemelse Vader barmhartig is’ zegt Jezus iets verderop in het evangelie, en vandaag leest Hij voor wat die barmhartigheid inhoudt: dat is er zijn voor mensen in nood, voor armen, zieken, blinden, gevangenen. Voor mensen die te arm zijn om echt te kunnen leven, mensen die ziek zijn van ellende, die blind zijn voor het leven, die gevangen zitten in zichzelf. Als er iets is wat we ons als christenen moeten afvragen, is het of we ons ten minste een beetje inspannen om te leven naar die woorden van God, van Jezus. Of we echt proberen even barmhartig te zijn als onze hemelse Vader is voor ons. Direct barmhartig zullen we zeker niet altijd zijn, maar we kunnen wel meevoelen, meedenken, meewerken, steunen. Dikwijls doet onze Kerk daarvoor een beroep op ons, en het is goed dat ze dat doet. We kennen Broederlijk Delen en Welzijnszorg, en vandaag is Damiaanactie in volle gang. En wat deed die eenvoudige pater Damiaan anders dan leven naar die woorden van God, van Jezus? Doen wij dat ook? Steunen we ten minste de inzet van anderen?  Of gaat ons geloof niet verder dan woorden, maar dan wel woorden zonder daden? Daden die we weg van Jezus gaan.

Jezus zegt: ‘Het Schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord, is vandaag in vervulling gegaan.’ Met Jezus is dat Woord inderdaad echt in vervulling gegaan, maar gaat het vandaag ook met ons in vervulling? En beseffen we dat het pas in vervulling kan gaan als wij er willen naar leven? Als die woorden dus daden worden bij ieder van ons?

Moge het zo zijn. Amen.

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha