- Eerste lezing: Handelingen 13, 14.43-52
- Evangelie: Johannes 10, 28-30
Zusters en broeders,
De vierde zondag in de Paastijd is traditioneel Roepingenzondag, en dat hangt samen met het evangelie. Daarin noemt Jezus zichzelf een goede herder die zijn schapen kent, voorgaat en beschermt. Misschien denken we op deze Roepingenzondag spontaan aan priesters, paters, zusters, diakens, kortom, aan mensen die hun leven als herder toewijden aan God en zijn Kerk. Maar Roepingendag is veel meer dan dat, want alle mensen, dus ook wij, zijn geroepen om een goede herder te zijn.
Dat was al zo bij het begin van de schepping. Kaïn heeft zijn broer Abel vermoord, en God vraagt hem onmiddellijk waar zijn broer is. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ reageert Kaïn uitdagend, en zo wordt meteen duidelijk dat hij geen herder, en zeker geen goede herder wil zijn, integendeel.
‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ vraagt Kaïn dus, en het antwoord van God is ‘ja’. Hij zegt dat niet alleen tegen Kaïn, maar tegen alle mensen, en daarom zendt Hij zijn Zoon Jezus om ons te leren wat dat inhoudt. Jezus is een herder die zijn schapen kent, begrijpt en met hen meevoelt. Hij kent de doodsangst van de overspelig vrouw, en redt haar van de dood. Hij voelt de ellende van de blinde, en maakt dat hij weer ziet. Hij voelt mee met de lamme, en maakt dat hij weer kan lopen. Hij deelt de pijn van de melaatse, en geneest hem. Hij verzekert de berouwvolle moordenaar naast Hem aan het kruis dat hij vandaag nog in het paradijs zal zijn. Zo kent en begrijpt Hij de hoop, het verdriet, de angst, de pijn, de vreugde, de dromen van al zijn schapen.
Dat is ook onze roeping: dat we aandacht hebben voor onze medemensen. Dat ze bij ons terechtkunnen met hun vragen, hun geluk, hun pijn en verdriet. Dat we respect hebben voor hen. Misschien zijn we ons daar niet van bewust, maar dat is ook wat van ons verwacht wordt wanneer we een relatie aangaan. Of we man zijn of vrouw zijn: onze partner, en ook onze kinderen, kleinkinderen, familieleden en vrienden verwachten dat we aandacht hebben, dat we rekening houden met hen, dat we mee lachen, mee voelen, mee huilen, mee gelukkig zijn, mee in alles. Dat we goede herders zijn voor hen.
Dat wordt ook van onze Kerk en haar dienaren verwacht, of ze nu paus of kardinaal, bisschop of deken, pastoor of diaken, parochieassistent of pastorale werker zijn. De boodschap die zij uitdragen en beleven moet altijd een boodschap van liefde zijn. Daartoe worden zij geroepen. De werkelijkheid toont spijtig genoeg aan dat enkelingen die roeping vreselijk misbruiken, waardoor de Kerk en de ontelbare geestelijken die trouw zijn aan God en aan hun roeping in een vreselijk negatief daglicht komen te staan. Maar ook daarzonder merken we dat zeer weinigen zich geroepen voelen om God te dienen, en dat Kerk en geloof in het Westen in een diepe crisis verkeren. Heel weinigen voelen zich aangetrokken door Gods boodschap van liefde en vrede, en eigenlijk is dat verbazingwekkend, want dat is een heel positieve boodschap, die de kern van het menselijk geluk uitmaakt. Geluk kan er immers niet zijn zonder liefde en zonder vrede.
Precies dat is het wezen van Roepingenzondag: liefde en vrede, gedragen door mensen die goede herders willen zijn voor elkaar. Als we naar de wereld om ons heen kijken, zien we dat er een grote nood is aan het beleven van die roeping. Miljoenen mensen zijn op de vlucht, worden vernederd, mishandeld, verkocht, vermoord. Miljoenen kinderen moeten werken als slaven. Miljoenen mannen, vrouwen en kinderen worden meegesleurd in burgeroorlogen, in repressie en geweld. Miljoenen mensen hebben geen toekomst in de uitzichtloze tunnel waarin ze moeten leven. En wat doen wij? Heel dikwijls kijken we over de hoofden heen, willen we niet eens aangesproken worden. Terwijl Jezus ons precies vraagt naar tederheid, naar zachte handen vol hulp, naar voeten die zijn wegen van liefde en vrede willen gaan.
Zusters en broeders, het zou goed zijn als onze Kerk en wijzelf ons door deze Roepingenzondag echt geroepen zouden voelen om te worden zoals Jezus: goede herders voor elkaar en voor onze medemensen. En het zou ook goed zijn als we zouden bidden dat ook jongeren zich geroepen zouden voelen om Gods Kerk te helpen uitbouwen tot een hartelijke, gastvrije en vreugdevolle gemeenschap waarin alle mensen zich thuis en gelukkig kunnen voelen. Amen.