Jaar 2018-2019 Cyclus C
  • Eerste lezingHandelingen 2, 1-11
  • EvangelieJohannes 20, 19-23

‘Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak.’

Zusters en broeders, het is of het over vandaag gaat, want er is enorm veel gedruis in de wereld. Het is echter zeer de vraag is of al dat lawaai van de heilige Geest komt. Het antwoord op die vraag is spijtig genoeg nee. Dat gedruis komt zelfs niet van bliksem en onweer, maar van het vreselijke gerommel van oorlog en terrorisme, van moord en doodslag, van onderdrukking en uitbuiting, van miljoenen vluchtelingen, van egoïsme en haatzaaierij, van onverschilligheid en ieder voor zich.

Dat is het gedruis waarmee we iedere dag geconfronteerd worden. Het gedruis van politici die zich in zoveel landen te allen prijze vastklampen aan de macht. Het gedruis van hen die haat en vijandschap zaaien, en die oproepen tot agressie en geweld. Het gedruis van hen die maar aan één ding denken, en dat is aan geld en nog meer geld, niet voor de maatschappij, niet voor de kansarmen en de misdeelden, maar alleen voor zichzelf. Het gedruis van hen die het milieu vernietigen, die hele bossen en wouden uitroeien om veel te verdienen aan wat er misschien in de diepe bodem te vinden is, die rivieren en hele regio’s vergiftigen omdat ze het water misbruiken voor hun speurtocht naar nog meer rijkdom.

Maar voor zulk gedruis is de heilige Geest niet gekomen, integendeel, Hij brengt ons in herinnering wat Jezus gezegd en gedaan heeft, en bezielt ons om dat uit te dragen in woorden en in daden. Hij vraagt ons uitdrukkelijk dat we niet zouden meedoen aan dat aardse gedruis,  maar dat we er ons zouden tegen verzetten. Dat we openlijk zouden zeggen: ‘Nee, dat kan niet, dat mag niet, want moord en doodslag, haat zaaien, alleen maar uitzijn op rijkdom en bezit, de natuur vernietigen ten koste van de schoonheid van de schepping, is allemaal mensonwaardig.’ Dat moeten we zeggen, en dat moet ons leiden.

En dat kunnen we doen als we naar Jezus luisteren. Tegen al dat hedendaagse gedruis brengt Hij in: ‘Vrede zij u.’ En Hij vervolgt: ‘Ontvang de heilige Geest’, en dat is de Geest die band met Jezus bestendigt, en die geloof geeft en kracht. Ook de kracht om te vergeven. Die kracht geeft de Geest ook aan ons, zodat we onszelf niet beter vinden dan anderen, en we niet altijd klaarstaan met ons oordeel, want als we dat wél doen, als we dus niet vergeven, zal er nooit vrede zijn. Dan zullen we ook niet samen naar een vredevolle, mooie en gezonde wereld streven, maar alleen uitzijn op bezit en op ons eigen groot gelijk.

Zusters en broeders, tegen zulk dat gedruis gaat de heilige Geest in. Hij veroorzaakt een heel ander gedruis. Een gedruis dat over de hele wereld en voor alle volkeren weerklinkt, zodat iedereen in zijn eigen taal over Gods grote daden hoort spreken. Zijn daden van liefde en vrede, van inzet en respect, van barmhartigheid en gerechtigheid. Het zou goed zijn als we, net zoals de apostelen, door die Geest nieuwe mensen zouden worden. Mensen die niet moedeloos worden omdat onze gemeenschap klein en oud geworden is, er bijna geen priesters meer zijn en ook heel weinig jongeren. Nee, geen moedeloze mensen, maar mensen vol geloof, hoop en liefde. Mensen die dankbaar getuigen van Gods grote daden en die, vervuld van de heilige Geest, er ook naar willen leven. Amen. 

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha