- Eerste lezing: Jeremia 20, 7-9
- Evangelie: Mattheus 16, 21-27
Zusters en broeders,
Een tijd waarin geen enkele beperking aanvaard wordt. Een leven van onbeperkte vrijheid en onbegrensde mogelijkheden. Iets niet kunnen, of mislukken in iets mag niet, klein en bescheiden zijn wordt evenmin aanvaard. Want iedereen moet stoer, rijk en machtig zijn, en wie dat niet is, wie ziek is, arm of gehandicapt heeft pech, als het allemaal al niet zijn eigen schuld is. Hoe dan ook, hij of zij moet maar voor zichzelf instaan. Oud zijn wordt ook niet geduld, daar zijn pilletjes voor, en die kunnen alle richtingen uitgaan.
Zo’n leven was de voorbije jaren de absolute must geworden, maar kreeg ineens een flinke dreun toen de mens geconfronteerd werd met het coronavirus. Dat bleek veel sterker dan de vanzelfsprekende macht die de mens uitgebouwd leek te hebben. Tegen die schijnbare macht lijken ook de schijnbaar veeleisende woorden van Jezus in te gaan: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen,’ zegt Hij. Dat klinkt zeer hard, wellicht omdat we het automatisch verbinden met de kruis dat Jezus zelf heeft moeten dragen en waarop Hij gestorven is. Maar zo’n kruis moeten we niet dragen, want om een goede christen te zijn moeten we echt niet doodgemarteld worden. Het kruis dat wij moeten opnemen zou wel eens kunnen zijn dat we bereid zijn onze beperktheden en tekortkomingen te aanvaarden, net hetzelfde als het coronavirus van ons eist. Nee, we zijn niet perfect, en we kunnen niet alles. We hebben onze kwaliteiten, maar ook onze gebreken en tekortkomingen.
Jezus verduidelijkt trouwens wat dit kruis inhoudt. ‘Wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden,’ zegt Hij. En opnieuw: dit betekent niet dat we moeten sterven om goede christenen te zijn. Ons leven verliezen omwille van Jezus betekent dat we niet alleen voor onszelf leven, maar dat we Jezus’ weg willen gaan. Als we dat doen, worden we niet meer opgezadeld met een leven van egoïsme, eigenbelang, zelfoverschatting en meer van die eigenschappen, die uitmonden in een leven in eenzaamheid, want je leeft alleen voor jezelf, je hebt dus geen echt contact meer met je medemensen. ‘Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen’, noemt Jezus dat. Anders gezegd: wie alleen voor zichzelf leeft, heeft geen leven meer, vindt geen houvast meer, behalve zichzelf, en als je alleen jezelf hebt, kan je net zo goed ergens in de Stille Oceaan heel alleen op een klein eilandje gaan wonen.
Als je echt wil leven, kan je dus beter Jezus volgen en je kruis opnemen, in de aanvaarding dat het leven niet vlekkeloos is, dat verlangens niet altijd uitkomen, dat je maar een gewone mens bent, en geen waanzinnig vet betaalde vedette. En ook in de aanvaarding dat dingen kunnen mislukken, dat ziekte en dood jezelf en je geliefden kunnen treffen, en dat het leven helemaal niet barst van onbegrensde vrijheid en onbegrensde mogelijkheden.
En Jezus volgen wil ook zeggen de weg volgen die Jezus is gegaan, en dat is een weg van liefde en vrede. Dat is geen weg van onmogelijke opdrachten, maar van heel gewone dingen, zoals aandacht voor je medemensen, een luisterend oor en troostende woorden. Geen kwaad spreken, zieken bezoeken, iets doen voor mensen in nood. Dat is ook contact zoeken met eenzame mensen, en die zijn er zoveel. Tienduizenden oude en zieke mensen die al maanden geen of nauwelijks bezoek krijgen in woonzorgcentra, en nog veel meer jonge en volwassen mensen wiens contact met de buitenwereld zich beperkt tot Facebook, Instagram, Twitter, You Tube en zoveel andere social media die een wereld creëren van denkbeeldig contact met tienduizenden andere digitale eenzamen.
Zusters en broeders, in de eerste lezing zegt de profeet Jeremia dat Hij Gods woorden van liefde en vrede niet in bedwang kan houden, wat hij ook probeert. Wat zou het goed zijn als wij dat ook van onszelf zouden kunnen zeggen. Als wij zouden aanvaarden dat we niet een beetje christen kunnen zijn, net zoals een vrouw niet een beetje zwanger kan zijn. Dat we dus echt zouden leven naar Jezus’ woorden en in daden. Geen grote woorden en geen indrukwekkende daden, maar gewoon woorden en daden van liefde, vrede en vreugde voor God, voor onszelf en voor onze medemensen. Laten we proberen dat zogenaamde kruis op te nemen. Amen.