- Eerste lezing: Ezechiël 33, 7-9
- Evangelie: Mattheus 18, 15-20
Zusters en broeders,
Het zijn moeilijke tijden voor de wereld en voor de Kerk. De wereld kreunt onder een virus dat onuitroeibaar lijkt, de Kerk kreunt onder ongeloof, vervolging, priestertekort en nog zoveel andere dingen. En tegen dat alles brengt Jezus in: ‘Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.’
Het is een uitspraak die ons als muziek in de oren moet klinken. Ze toont aan dat Jezus niet ver van ons af is, maar midden onder ons. En ze toont ook aan dat we niet eens met een grote groep moeten zijn, twee of drie volstaan. Wijzelf en de Kerk moeten dus niet wanhopen, integendeel. Maar we moeten wel in Jezus’ Naam verenigd zijn, we moeten dus naar zijn woorden en daden willen leven, anders kan Hij niet in ons midden zijn.
En dat is niet altijd gemakkelijk, want het is niet omdat je maar met twee of drie bent dat alles in vrede verloopt. Soms lijkt het zelfs moeilijker om met twee of drie samen te blijven in doen en denken dan met een grote groep. Daar lijkt veel meer anders denken en anders doen aanvaard te worden, wellicht uit angst voor tegenwerking en negatieve reacties binnen de groep.
Dat sluit niet uit dat er toch problemen kunnen ontstaan, maar dat niemand een poging doet om ze aan te pakken. Precies daarover gaan de lezingen van vandaag. ‘Gij mensenkind, als wachter heb ik u aangesteld over het volk.’ Zo luidt het in de eerste lezing. En in het evangelie zegt Jezus: ‘Wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht.’ Misschien klinkt ons dat niet goed in de oren, want wij, Vlamingen, wij zwijgen liever. Laat ieder maar zijn ding doen, is onze slogan. Nochtans, Vlaming of niet, ook wij zijn als wachter over anderen aangesteld, en ook wij moeten als christenen onze naaste aanspreken als hij of zij in de fout is gegaan. Dat doen we toch ook met onze partner, onze kinderen en kleinkinderen, niet om hen af te breken, maar uit liefde en uit zorg.
En uit die zorg kunnen we ook iets leren. Misschien maken we het geregeld mee dat er iets negatiefs gezegd wordt over iemand anders, bijvoorbeeld dat hij of zij veel te weinig aandacht heeft voor zijn of haar gezin, ouderen of zieken in de familie. Of dat hij of zij altijd overtuigd is van het eigen groot gelijk en nooit naar anderen luistert. Of dat hij of zij een egoïst is. We horen dikwijls zoveel negatieve dingen over anderen. Welnu, we zouden ons dan altijd moeten afvragen of dat ook niet van ons kan gezegd worden. Ons dus afvragen: Maak ik die fout niet zelf? Hoelang is het geleden dat ik mijn zieke buur bezocht heb? Luister ik wel naar anderen, of luister ik alleen naar mezelf? En met zulke zelf-vragen kunnen we blijven doorgaan. We zouden er alleen maar betere mensen en betere christenen door worden.
Zusters en broeders, om te eindigen iets heel anders. Op 20 juli publiceerde de Vaticaanse Congregatie voor de Clerus een document over hoe een parochie moet werken. De belangrijkste richtlijn daarin luidt dat enkel een priester een parochie mag leiden. Leken mogen dat niet. Je kan daar alleen maar uit afleiden dat de mensen die dat geschreven hebben de heilige Schrift niet kennen, anders zouden ze weten dat Jezus gezegd heeft: ‘Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.’ Hij heeft daar niet aan toegevoegd dat één van die twee of drie een priester moet zijn. Kennis van de heilige Schrift had hun ook bijgebracht dat er onder Jezus’ apostelen helemaal geen priesters waren, alleen maar leken. Ook hadden ze dan geweten dat het juist door toedoen van de hogepriesters was dat Jezus vermoord werd. En ze hebben nog iets gemist: toen de heilige Geest neerdaalde, waren ze beslist niet thuis, anders hadden ze geweten dat, als hun bevel wordt opgevolgd, er wereldwijd vele duizenden parochies moeten sluiten, gewoon omdat er geen priesters zijn. Wat dan weer de vraag doet rijzen of de schrijvers van dat document misschien liever hebben dat parochies en zelfs de Kerk kapot gaat dan dat leken hun verantwoordelijkheid opnemen. Gelukkig hebben heel wat bisschoppen en priesters al scherp gereageerd, en eisen ze een herschrijving van dat totaal onchristelijk en anti-leken document. Laten we bidden dat de heilige Geest echt mag neerdalen over die auteurs, zodat ze met christelijke zorg zouden leren schrijven. Amen.