- Eerste lezing: Handelingen 2, 14a.36-41
- Evangelie: Johannes 10, 1-10
Zusters en broeders,
Vandaag is het roepingenzondag, en dat past helemaal bij het evangelie, want daar noemt Jezus zichzelf de goede herder. En bij roepingenzondag denken we misschien alleen aan mannen en vrouwen die zich geroepen voelen om priester, diaken, zuster, geestelijke te worden, maar dan denken we verkeerd, want allen zijn we geroepen om goede herders te zijn, en in deze coronatijden is het meer dan ooit nodig dat we dat ook echt zijn. Jezus voegt daar uitdrukkelijk aan toe dat we op onze hoede moeten zijn voor dieven en rovers, want die doen zich voor als herders, maar zijn dat helemaal niet.
Zo’n valse herders zijn er vandaag in overvloed. Dieven die ons willen strikken via reclame, radio, tv, computer, en ik weet niet hoeveel soorten sociale media. Rovers met hun waarheid vol valse beloften, vol haat tegen mensen die anders denken dan zij, anders geaard zijn dan zij, een andere kleur hebben dan zij. De zogezegde waarheid waarmee moslims naar Syrië gelokt werden om er te moorden, te vernietigen, te branden, te verkrachten. De valse beloften waarmee veel politici hun eigen waarheden verkondigen. Waarheden vol onzin, vol gevaarlijke opvattingen, vol leugens waar alleen zijzelf rijk van worden.
Terwijl de waarheid vandaag is dat de wereld kreunt onder een virus dat de hele mensheid teistert, dat Afrika kaalgevreten wordt door miljoenen woestijnsprinkhanen, dat hele wouden platgebrand worden, dat in veel landen presidenten alleenheersers zijn die haat en tweedracht zaaien. En het gevolg van dat alles is dat de wereld meer en meer onleefbaar lijkt te worden.
In deze wereld wordt ons dus gevraagd goede herders te zijn. Jezus zegt ook hoe we dat kunnen doen. Hij noemt zichzelf immers ook de deur van de schapen. Alleen wie door die deur binnengaat, kan een goede herder zijn, want wie dat doet, spiegelt zich aan Jezus. Aan zijn geloof in zijn algoede Vader, aan zijn liefde, zijn goedheid, zijn vergeving.
Maar goede herder zijn is vandaag niet gemakkelijk, want we moeten in ons kot blijven, en als we dat niet doen, moeten we tenminste anderhalve meter afstand houden van elkaar. Iemand bezoeken is verboden, dus geen kerkbezoek, geen bezoek aan ouders, grootouders, zeker niet in zieken- en bejaardentehuizen. Met alle gevolgen van dien. Nooit waren er zoveel eenzame mensen, nooit voelden zovelen zich in de steek gelaten, nooit keken zovelen wanhopig naar het heden en naar de toekomst.
Gelukkig houdt God, houdt Jezus geen meter afstand van ons, mensen. En God, Jezus, laat zich ook niet tegenhouden door gesloten deuren uit schrik voor corona. Zijn geest van liefde en vrede heeft geen last van ziekte en dood. Als wij geloven en vertrouwen komt Jezus dus door alle deuren, ook door deuren van wanhoop en eenzaamheid. We moeten er dus voor oppassen dat we geen passieve, zelfs ongelovige christenen worden omdat er geen zondagsvieringen zijn. Die zijn er trouwens wel, op radio, op tv en op onze computer, maar we moeten er wel willen, naar uitzien. En we mogen zeker niet nalaten goede herders te zijn, nu meer dan ooit, want het is echt nodig. We moeten daar geen straffe dingen voor doen, zoals dokters, specialisten, verpleegkundigen dat wél doen, maar we kunnen, net als zij, wel aandacht hebben voor mensen in nood. En er zijn zoveel mogelijkheden om onbereikbare, eenzame, verlaten mensen te bereiken: een luisterend oor, een telefoontje, een sms’je, skype, whatsapp, smartphone … Alles kan wonderen verrichten.
Zusters en broeders, er zijn voor elkaar zoals God, zoals Jezus er is voor ons, en ons geloof, onze inzet behouden in deze moeilijke tijden: dat is wat we moeten doen om goede herders te zijn. Mei is begonnen, en dat is de Mariamaand. Wel, laten we ons spiegelen aan Maria. Laten we dus even trouw zijn aan onze roeping als zij dat was in de vreselijke tijd van de kruisdood van haar Zoon. Zij wist dat God haar nooit in de steek zou laten. Dat doet Hij ook niet met ons. Hij laat zijn schepping immers nooit in de steek. Aan ons om dat ook niet te doen. Amen.