Jaar 2020-2021 Cyclus B
  • Eerste lezingApocalyps 7, 2-4.9-14
  • EvangelieMattheus 5, 1-12a

Zusters en broeders,

Allerheiligen: wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een antwoord op die vraag hoorden we in de eerste lezing: het gaat om ‘een grote menigte, die niemand kon tellen, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam, gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand.’

En daarmee weten we wat Allerheiligen is: een grote groep heiligen die ons passeert. Sommigen staan op de heiligenkalender, de anderen niet, maar ze horen wel bij de groep. Ook wij kunnen met die groep meestappen als we doen wat God ons vraagt. En wat Hij ons vraagt hield Jezus ons gisteren voor: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. En gij zult uw naaste beminnen zoals uzelf.’

Dat is dus wat God van ons verlangt, en vandaag zegt Jezus ons hoe we dat kunnen doen. Hoe we dus heilig kunnen zijn zoals die menigte voor Gods troon. Dat begint met arm van geest te zijn, want je kan niet zalig zijn als je niet nederig, maar hoogmoedig bent, als je jezelf zo goed vindt dat je boven alle anderen uitstijgt. Zo kan je niet meewerken aan het Koninkrijk van God, het Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Dat kan je wel als je treurt om je hoogmoed, om je egoïsme, om je zelfverheerlijking. En als je ook treurt om de ellende die anderen treft, zodat je troost biedt. Meewerken aan Gods Koninkrijk kan je ook als je een warm en zuiver hart hebt, en helpende handen. Als je zo zachtmoedig bent dat je niet klaar staat met oordeling en veroordeling, maar met respect, verdraagzaamheid, vergeving. Zo breng je vrede, en zo zal je God zien, want Hij is liefde en vrede. En zo word je zoals de mensen in de menigte voor Gods troon en de heiligen in de glasramen: zij laten het licht door van Gods liefde en vrede. Dat doen wij ook als we leven naar Gods Woord. Het Woord dat Jezus ons heeft voorgehouden en voorgeleefd. Het Woord van dienstbaarheid, van liefde geven in ons dagelijks leven.

We weten dat leven naar het Woord van God niet altijd gemakkelijk is. Dat weet Johannes in de eerste lezing al, want op de vraag wie die grote menigte in witte gewaden is, antwoordt hij: ‘Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.’ Dat klinkt vreemd en zelfs gruwelijk, want wie wast er nu zijn witte kleren in bloed. Maar als je het in zijn geheel ziet, klinkt het helemaal anders. Het gaat om mensen die komen uit de grote verdrukking, zegt Johannes, de verdrukking van  vervolging en ellende, en zo’n verdrukking kent ieder van ons. De verdrukking van pijn en lijden, van ziekte of dood van een geliefde, van tegenslagen, van problemen in onze relatie. Zulke verdrukking en nog zoveel andere kennen we allen. En dan geeft het sterkte te weten dat Jezus ons bijstaat, want pijn en lijden heeft ook Hij meegemaakt, tot zijn vreselijke kruisdood toe. Zijn aanwezigheid helpt ons onze pijn beter te dragen en te verdragen. Of zoals Johannes het zegt: met dat bloed van Jezus’ lijden wassen we onze gewaden van pijn en lijden wit. Maar we wassen bij manier van spreken ons hele leven wit, want het bloed van Jezus is ook het symbool van de weg die Hij is gegaan, en dat is de weg van liefde en vrede, van geduld en barmhartigheid, van zachtmoedigheid en gerechtigheid. De zalige weg die naar God leidt.

Zusters en broeders, heiligen zijn geen krachtpatsers die met veel lawaai en veel trammelant Gods Woord beleven. Het zijn mensen die het gewoon dóén, die gewoon liefde en dienstbaarheid geven in hun dagelijks doen en denken. Laten wij dat ook proberen doen: liefde en dienstbaarheid geven in ons dagelijks doen en denken. Leven naar de Zaligsprekingen. Dan horen we bij aller heiligen, en is dat feest ook ons feest. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha