- Eerste lezing: Jona 3, 1-5.10
- Evangelie: Marcus 1, 14-20
Zusters en broeders,
Via You Tube, Facebook, Instagram, Twitter, Tik Tok en nog zoveel meer social media een volger zijn van iemand, is de jongste jaren voor miljoenen mensen een obsessie geworden, niet alleen voor jongeren, maar ook voor volwassenen en zelfs ouderen. Sporters, rappers, zangers en zangeressen, filmsterren en nog zoveel andere vedetten hebben vaak tientallen miljoenen volgers die met evenveel miljoenen ‘likes’ reageren op het stomste berichtje van hun aanbeden afgoden, die ze vaak navolgen in gedrag, kledij, haarkleur en kapsel, piercings en nog zoveel meer.
Maar zijn die volgers nog echt vrij? Doen ze nog wat goed is voor henzelf en hun omgeving, of handelen ze alleen maar om te scoren bij hun afgod? Voortgaand op wat we een paar weken geleden in de Verenigde Staten hebben gezien, is dat laatste duidelijk het geval. Daar drongen duizenden fanatieke aanhangers van Trump met extreem geweld het Capitool binnen om te verhinderen dat de parlementsleden Joe Biden als winnaar van de presidentsverkiezingen zouden erkennen. Volgens hun afgod Trump waren de verkiezingen immers vervalst, en moest zijn aanhang dus verhinderen dat de democratie werd aangevallen. Dit ongelofelijke gebeuren toonde aan dat heel veel fanatici van de social media inderdaad niet meer vrij zijn. Ze zijn zichzelf niet meer, ze kunnen zichzelf niet meer tonen zoals ze echt zijn, want hun persoonlijkheid zit ergens zo diep in henzelf verborgen dat ze gestorven lijkt te zijn.
Precies tegen dat persoonlijkheidsverlies brengt Jezus in: ‘Bekeer u en geloof in de blijde boodschap. Vereer dus geen zogezegde vedetten die alleen zichzelf aanbidden, maar wees uzelf en word een mensenvisser.’ En zo weten we meteen wat ‘bekeren’ wil zeggen: dat is niet opgesloten zitten in jezelf en alleen met jezelf, je eigenbelang en je afgoden bezig zijn. Dat is niet onverschillig zijn tegenover de miserie in de wereld en rondom jezelf, maar dat is God volgen, dat is mens zijn onder je medemensen, en dat is de blijde boodschap brengen en beleven dat je medemensen er niet alleen voor staan. Dat is wat Jezus zo mooi zegt tegen Simon en Andreas: ‘Ik zal maken dat gij vissers van mensen wordt.’
Vissers van mensen, dat worden we als we God, als we Jezus volgen. Dan zijn we vissers van mensen die eenzaam zijn, die moedeloos zijn, die geen toekomst meer zien. En vissers van gehandicapte mensen, van mensen in de gevangenis, in het ziekenhuis, in het zorgcentrum. En ook vissers van mensen die ongelukkig zijn, die zelfs niet meer weten wat geluk is en hoe dat aanvoelt. Dan zijn we vissers van zulke mensen, en van alle mensen in nood.
Zuster en broeders, in de eerste lezing hoorden we het verhaal van de profeet Jona die door God naar Ninive werd gezonden om de inwoners tot bekering aan te zetten, want ze leefden vol afgoderij, vol arrogantie en vol wreedheid. Soms lijkt het erop dat er vandaag honderden zulke Ninives bestaan, want afgoderij, arrogantie en wreedheid zijn wereldwijd overvloedig te vinden. We moeten maar denken aan de dictaturen in China en Rusland, en in zoveel Afrikaanse en moslimlanden. Maar Ninive is ook te vinden in de onverschilligheid van zovelen ten aanzien van de vreselijke armoede van anderen. En in de verwaarlozing van de natuur en het milieu, in de afgoderij van het eigen groot gelijk en van de mediavedetten. En ook in de wijdverbreide corruptie, de miljoenen vluchtelingen, het terrorisme, de burgeroorlogen en in nog zoveel meer dat Jona vandaag op bevel van God de Heer aan de kaak zou moeten stellen, en dat Jezus zou doen herhalen: ‘Bekeer u en geloof in de blijde boodschap’, want dat is geen boodschap van afgoderij, van arrogantie en wreedheid, maar van liefde, gerechtigheid en vrede. Laten we in heel ons doen en denken die blijde boodschap verkondigen en beleven, zodat we echte vissers van mensen zijn. Amen.