Jaar 2021-2022 Cyclus C
  • Eerste lezingApocalyps 11, 19a; 12, 1.3-6a.10b
  • EvangelieLucas 1, 39-56

Zusters en broeders,

Wellicht weet u het niet, maar de Tenhemelopneming van Maria is pas sinds november 1950 een geloofspunt. Dat Maria met ziel en lichaam ten hemel werd opgenomen, hebben de christenen echter altijd geloofd. Dat tonen de vele prachtige schilderijen aan waarop Maria als een gekroonde koningin naast God de Heer in de hemel zit. Toen dat geloof in 1950 een geloofspunt werd, reageerden de protestanten daar verontwaardigd op, want hoe kan iets waarvan in de Bijbel geen sprake is een geloofspunt zijn, zegden ze. Maar je kan het ook anders zien: de tenhemelopneming van Maria verzekert ons dat niet alleen onze ziel, maar ook ons lichaam belangrijk is in de ogen van God. Dus komt na onze dood niet alleen onze ziel maar onze hele persoonlijkheid tot rust in Gods handen, en bij die persoonlijkheid hoort ook ons lichaam.

Maar wat er ook van zij, Maria is een vrouw van alle tijden, en ook dat merk je in heel veel kunstwerken, boeken en films. Ze wordt daarin nooit voorgesteld als een joods meisje uit de Romeinse tijd, maar als een vrouw uit de tijd waarin het kunstwerk, het boek of de film tot stand kwam. En ze is van alle tijden omdat ze altijd een voorbeeld is geweest. Een voorbeeld van de niet aflatende liefde en zorg van een moeder voor haar kind, in welke omstandigheden dat  kind zich ook bevindt. Die liefde en zorg gingen ook uit naar haar medemensen. Dat zien we in het evangelie van vandaag. Hoewel ze zwanger is, gaat ze van haar woonplaats Nazareth in Galilea naar een stad in Juda om haar zwangere nicht Elisabeth bij te staan. Dat zijn vele tientallen kilometers die ze moet afleggen in een bergachtig gebied, maar zij kijkt niet naar zichzelf, en denkt niet aan zichzelf om anderen te kunnen helpen.

En daarom is ze een voorbeeld voor ons, maar dat is ze ook door haar ja-woord aan God de Heer toen de engel Gabriƫl haar meedeelde dat zij de moeder van Gods zoon zou worden. Ze kent daarbij geen aarzeling, geen dwarsdrijverij, maar alleen diep geloof en vertrouwen in God de Heer.

Het is dus niet te verwonderen dat Maria zozeer vereerd wordt in heel veel bedevaartsoorden en in duizenden kerken en kapellen. De vele bedevaarten en de miljoenen brandende kaarsjes zijn daarbij geen uiting van folkloristisch volksgeloof en nog minder van afgoderij. Maria is gewoon de meest toegankelijke figuur van ons geloof. Ze is een mens, net zoals wij. En ze is een moeder, dus heeft ze ook de eigenschappen van een moeder. Ze gelooft dus in de weg van haar Zoon, en ze hoopt dat dit een goede, een mooie weg zal. In alle omstandigheden kent ze alleen maar liefde, begrip en geduld. Ook wanneer haar Zoon een weg opgaat die zij niet kent, blijft ze zijn liefhebbende moeder. En wanneer Hij als een gemene misdadiger gekruisigd wordt, staat ze aan zijn kruis.

Om dat alles wenden we ons tot haar. Ze begrijpt ons immers, want ze heeft het allemaal zelf meegemaakt. Bij haar kunnen we terecht met al onze zorgen. Wellicht wordt vandaag meer dan ooit beroep op haar gedaan. Wellicht zijn er ook meer brandende kaarsen dan vroeger. Want wellicht hebben wij meer behoefte aan een volksfiguur als Maria dan aan een verre God, of aan een Kerk die dikwijls betweterig is, ongevoelig voor menselijk leed, en  veroordelend voor afwijkende meningen en gedragingen. Zo is Maria niet. Ze luistert, heeft aandacht, voelt mee, want ze is een moeder.

Zusters en broeders, laten we niet alleen bidden tot Maria wanneer we in nood zijn, maar laten we ook proberen haar voorbeeld na te volgen. Laten we dus even trouw zijn aan God de Heer als zij, en laten ook wij ja zeggen op de vraag van God om mee te bouwen aan zijn Rijk van liefde, vrede en vreugde, zodat de wereld voor alle mensen het beloofde land wordt. En laten we ook, net als Maria, dankbaar zijn dat God op ons beroep doet om dat beloofde land mee op te bouwen. Ik wens ons allen een zalig feest van Maria toe. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha