- Eerste lezing:Baruch 5, 1-9
- Evangelie:Lucas 3, 1-6
Tiberius, Pilatus, Herodes, Filippus, Lysianas, Annas en Kajafas.
Zusters en broeders, niet minder dan zeven machthebbers somt Lukas op om te zeggen dat er in hun tijd iets belangrijks gebeurde, namelijk dat het woord van God over Johannes kwam. Die onbekende man woonde niet in een duur paleis zoals die machthebbers, maar in de woestijn, en daar waren toen, anders dan nu, echt geen chique paleizen, zelfs niet voor machthebbers. Maar anders dan de machthebbers was die onbekende man wél de moeite waard om iets over hem te vertellen, terwijl zij niets meer waren dan verwaarloosbare randfiguren. Ze werden alleen maar vermeld om het blad te vullen, en om duidelijk te maken dat God niet aan de kant van de machtigen staat, maar aan de kant van de gewone mens, en van de kleinen, de zwakken, de armen. Mensen dus zoals Johannes, de woestijnbewoner. Anders dan de machthebbers, was hij het waard dat het woord van God over hem kwam, zodat hij in heel de Jordaanstreek een doopsel van bekering tot vergeving van zonden predikte, en zei: ‘Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht. Elk dal moet gevuld, elke berg of heuvel geslecht worden; de kronkelpaden moeten recht, de ruwe wegen effen worden. Heel de mensheid zal Gods redding zien.’
Het is zijn woorden die vandaag niet anders klinken, want nog altijd moet de weg van de Heer bereid worden, zodat Hij op aarde kan komen. De kromme paden van onderdrukking, van uitbuiting en corruptie moeten gerecht worden. De vreselijke ravijnen van armoede, toekomstloosheid en ontbering moeten gevuld worden. De afschuwelijke bergen en heuvels van machtsmisbruik, terrorisme en vervolging van andersgelovigen, andersdenkenden en andersgeaarden moeten gesloopt worden. De kronkelpaden en de ruwe wegen die de natuur, het milieu en het klimaat vernielen, moeten geëffend worden.
Dat is wat er moet gebeuren, niet alleen in de wereld, maar ook in onszelf. Want ook wij moeten de weg van de Heer bereiden. We moeten ons dus afvragen of wij wel tijd maken voor God. Op welke dag en op welk uur staat Hij in onze agenda? Is dat alleen op zaterdagavond of zondagmorgen? Of maken wij ook op andere dagen en andere uren de kromme paden van wat we allemaal uitspoken recht? Vullen wij het dal van ons egoïsme? Slopen wij de berg van onze bezitsdrang en ons eigen groot gelijk? Effenen wij de kronkelpaden die we gaan om van alles te bereiken wat het licht niet mag zien? Polijsten wij de ruwe wegen van onze brutaliteit, onze onvriendelijkheid, onze onverschilligheid?
De advent is de uitgesproken tijd om ons die vragen te stellen, want wat is advent anders dan dromen van en verlangen naar betere tijden, niet alleen voor onszelf, maar voor al onze medemensen. En wat is het aangenaam om goed te zijn voor elkaar, om elkaar op te beuren in tijden van pijn en verdriet, om een luisterend oor, helpende handen en een warm hart te hebben voor elkaar. En wat is het goed aandacht te hebben voor Welzijnszorg. Onleefbaar, is het thema. Onleefbaar zijn de krotwoningen waarin zoveel armen en zwakken moeten leven. Onleefbaar zijn de ervaringen van mensen met een vreemde naam. Onleefbaar is de situatie van duizenden mentaal en fysiek gehandicapten. Stop die onleefbaarheid en geef iedereen gelijke kansen, zegt Welzijnszorg. Bekeer u, en maak alle paden recht, zegt Johannes.
Zusters en broeders, ‘advent is dromen dat Jezus zal komen, dromen van vrede voor mensen van heden’, zingen we in een van onze adventsliederen. En die twee dromen zijn onafscheidelijk, want Jezus kan alleen komen in een wereld van vrede voor alle mensen. In een wereld van onvrede, haat en onverschilligheid is Hij niet eens welkom. Laten we dus meebouwen aan een wereld van vrede. Laten we ‘de mantel van Gods gerechtigheid aantrekken’, zegt de profeet Baruch in de eerste lezing. En daar voegt Johannes aan toe: ‘Dan zal heel de mensheid Gods redding zien.’ En dat kan alleen als advent niet blijft bij ‘dromen dat Jezus zal komen’, maar als advent daden wordt die Jezus ons heeft voorgedaan. Daden van liefde, vrede en gerechtigheid. Alleen dan zal Kerstmis voor al onze medemensen een menswaardig feest zijn. Amen.