- Eerste lezing: Wijsheid 9, 13-19
- Evangelie: Lucas 14, 25-33
Zusters en broeders,
Het is 4 september, dus is de vakantie voor de meesten voorbij, is voor jongeren de school weer begonnen, en ontwaken veel verenigingen uit hun zomerslaap. Maar het blijft niet bij die normale gang van zaken. We worden immers geconfronteerd met evoluties die veel zwaarder doorwegen, zoals de coronapandemie die niet wil stoppen, de vluchtelingen die blijven toestromen, de waanzinnige energieprijzen, de klimaatveranderingen die de wereld teisteren, en nazi-Rusland dat een oorlog voert die de hele wereld treft. Dat alles heeft tot gevolg dat wellicht meer mensen dan ooit zich de vraag stellen wat ze moeten doen om hun leven in goede banen te leiden.
Dat is wat zich ook in het evangelie voordoet. Jezus is onderweg naar Jeruzalem, en talloze mensen trekken met Hem mee. Ze hopen dat Hij hun de weg zal aanwijzen die hun leven zinvol maakt. Dat is wat Jezus inderdaad ook doet: Hij houdt hun drie wegwijzers voor die ze moeten volgen om hun leven zinvol te maken en zijn volgeling te zijn: ze moeten Hem boven hun familie en boven zichzelf stellen; ze moeten aanvaarden dat Hem volgen niet altijd gemakkelijk is, en ze mogen niet verslaafd zijn aan rijkdom en bezit.
Dat klinkt allemaal niet echt gemakkelijk en met de woorden van Jezus klinkt het zelfs niet mensvriendelijk. Hij zegt immers dat je je familie en jezelf moet haten, dat je je kruis moet dragen, en dat je je moet losmaken van alles wat je bezit.
Maar het spreekt vanzelf dat we die woorden niet letterlijk moeten nemen. Jezus verkondigt immers een boodschap van liefde, vrede en vreugde, en niet van haat en ellende. Dus onszelf en onze familie haten moeten we zeker niet doen. Evenmin moeten we een kruis dragen zoals Hij dat heeft moeten doen. En als we helemaal niets mogen bezitten, waarvan moeten we dan kunnen leven? Vraag het maar aan mensen die echt niets hebben: hun leven is geen leven meer, maar een levende dood.
Maar hoe hard de woorden van Jezus ook klinken, ze wijzen steeds dezelfde weg aan, en dat is een weg van liefde, vrede en vreugde. Een weg die niet naar onszelf, maar naar onze medemensen leidt. Dat is een weg die niet altijd direct te vinden is, niet omdat hij onzichtbaar is, maar omdat onze ogen dikwijls een andere richting uitkijken. We leven immers in een heel jachtige tijd. We worden zodanig opgejaagd door wat voor en achter en ons ligt dat er geen tijd meer overblijft om na te denken en ons af te vragen: Ben ik wel goed bezig? Hebben andere mensen iets aan mij, of denk ik daar niet eens aan?
We zien de gevolgen van die haast en die blik alleen op jezelf: de wereld is meer en meer onleefbaar is geworden en wordt beheerst door individuen als Trump, Poetin, Erdogan, Xi Jinping, Bolsonaro en zoveel andere heersers wereldwijd. Allemaal despoten voor wie het misdadig is met anderen rekening te houden. En ook allemaal despoten die Jezus zonder aarzelen zouden kruisigen mocht Hij opnieuw op de wereld verschijnen, want Hij is liefde, vrede en vreugde.
In zijn parabels over een man die zonder nadenken een toren wil bouwen, en een koning die zonder overleg met een klein leger een veel sterkere vijand wil aanvallen, waarschuwt Jezus ons voor een leven zonder nadenken en zonder aandacht voor onze medemensen. Dat doet ook Wijsheid in de eerste lezing. ‘We begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt, kost ons moeite’ klinkt het. En Wijsheid voegt eraan toe: ‘Zonder Gods heilige Geest brengen we er niets van terecht.’
Zusters en broeders, we moeten er niet aan twijfelen dat we er zonder Gods heilige Geest inderdaad niets van terechtbrengen. En wat doet Jezus anders dan ons de boodschap van de heilige Geest voorhouden en voorleven: een boodschap van liefde, vrede en vreugde voor onszelf en voor onze medemensen. Laten we onszelf en onze medemensen dus proberen gelukkig te maken door in heel ons doen en denken naar die boodschap te leven en een echte volgeling van Jezus te zijn. Amen.