- Eerste lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 15, 15-20
- Evangelie: Mattheus 5, 17-37
Zusters en broeders,
Wij hebben het geluk te leven in een democratie. We zijn dus vrij zijn om te denken, te geloven en te doen wat we willen. Vandaag zijn we ons misschien meer dan vroeger bewust van de rijkdom van die democratie. We zien immers wat er gebeurt in landen zonder democratie. Die voeren gruwelijk oorlog, zoals Rusland. Die roeien elke vorm van menswaardig bestaan uit, zoals Iran. Die maken het leven van vrouwen afgrijselijk mensonwaardig, zoals Afghanistan. En we kunnen nog veel meer landen opsommen waar vooral de vrouwen hun eigen lot helemaal niet in eigen handen hebben.
Dat hebben wij dus wel, en die vrijheid is zo belangrijk dat we het vaak moeilijk hebben om wetten en verplichtingen te aanvaarden. Maar of we het graag willen of niet: vrijheid is niet grenzeloos en niet willekeurig. Ze houdt bijvoorbeeld niet in dat we onze medemensen en de maatschappij onrecht mogen aandoen. ‘Doe een andere niet aan wat je zelf niet wilt ondergaan’ is een oeroude levensregel. En Jezus zegt: ‘Behandel anderen zoals gij wilt dat zij u behandelen.’
Vrijheid is ook het onderwerp van de eerste lezing. Daarin zegt de profeet Jezus Sirach: ‘Wanneer gij wilt, kunt gij de geboden onderhouden.’ ‘Wanneer gij wilt’: je bent dus ook vrij om niet te willen. In het evangelie gaat Jezus daar dieper op in. Hij toont aan wat er gebeurt als je de geboden wel naar de letter, maar niet naar de geest onderhoudt. Dan zijn ze niets meer dan uiterlijke verplichtingen, en dat is fout, zegt Hij, want de geboden zijn een zaak van het hart en niet van het uiterlijk. Hij past dat toe op drie geboden, namelijk respect voor je medemensen, en trouw en betrouwbaarheid in je relatie. En Hij laat zien wat er gebeurt als die geboden niet gedragen worden door het hart: dan is een menswaardig bestaan zelfs niet mogelijk. Niet voor niets zegt Hij: ‘Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.’ Wie niet zuiver is van hart, kan God dus niet zien, en kan dus ook niet handelen naar het voorbeeld van God. God die alleen maar liefde is, en geen eigenbelang, geen geweld, geen haat. Alleen maar liefde.
Op het einde van het evangelie zegt Jezus ook: ‘Uw ja moet ja, en uw nee moet nee zijn.’ En hier kunnen we ons de vraag stellen: Is mijn ja tegen God een echt ja? Leef ik dus echt naar dat ene gebod van Jezus: Bemin God boven al en bemin uw naaste zoals uzelf? Is liefde inderdaad mijn enige gedragscode? Niet alleen liefde voor mezelf, maar ook voor God en voor mijn medemensen. Of laat ik me leiden door andere waarden? Zoals boosheid als ik mijn zin niet krijg. Of ontrouw in mijn relatie. Of onbetrouwbaarheid in woorden en daden. Of egoïsme en eigenbelang en meer van die kwade eigenschappen.
Zusters en broeders, vrijheid van doen en denken is een ongelofelijk mooi geschenk dat God bij de schepping aan de mens heeft gegeven, maar we mogen niet vergeten dat vrijheid in de eerste plaats gericht is op een menswaardig bestaan voor iedereen. Een bestaan dat mensen in heel veel landen helemaal niet kennen. Een bestaan waar wij ons echt moeten voor inzetten, ver weg van ruzie, egoïsme, ontrouw en meer van die dingen die gelijk welke relatie en gelijk welke gemeenschap kapot maken. We moeten ons dus altijd afvragen of we goed bezig zijn. Of we dus aandacht en respect hebben voor onze medemensen. Of we een luisterend oor en een warm hart hebben. Of we goed zijn, en eerlijk en oprecht. Niemand verplicht ons om kwaad te doen, oneerlijk te zijn, anderen te veroordelen enzovoort. Zeker God verplicht ons daar niet toe, want Hij is alleen maar liefde. Laten we bidden dat zijn Geest van liefde ons in heel ons doen en denken begeleidt, zodat de wereld en de maatschappij kunnen meegenieten van onze vrijheid, en wij allen kunnen genieten van die heerlijke democratie. Amen.