- Eerste lezing: 1 Koningen 3, 5.7-12
- Evangelie: Mattheus 13, 44-52
Zusters en broeders,
Meer en meer wordt de wereld overspoeld door social media en fake news. Jongeren corresponderen dikwijls alleen maar via Facebook, Instagram, Twitter, Linkedin, Tiktok en andere zogezegd sociale media die echt contact zo goed als uitroeien. En allen worden we zodanig overspoeld door fake news dat we op de duur niet meer weten wat waar is en niet waar. En om het helemaal ingewikkeld te maken is er de niet te stoppen opmars van artificiële intelligentie, waarbij het menselijk denken vervangen wordt door apparaten die even goed kunnen denken, studeren en handelen als mensen. Je moet dus zelf niets meer maken, denken of schrijven, de computer doet het wel voor jou. Het dwingt ons allemaal om zeer bewust te leven en echt na te denken over wat we kunnen geloven en niet geloven.
Wat we daarbij niet moeten denken, is dat het allemaal nieuw is. Al lang voor de computer en de social media bestonden, was er een strijd tussen waarheid en leugen, en moest de mens net als nu kiezen welke weg hij wilde gaan: de weg van zijn eigen waarheid en zijn eigen belang of de weg van inzet voor vrede en gerechtigheid voor alle mensen. Dat komt heel mooi tot uiting in de eerste lezing. Koning Salomo vraagt dat God hem een opmerkzame geest zou schenken, zodat hij kwaad van goed kan onderscheiden en een rechtvaardige koning kan zijn voor zijn volk. Omdat hij niet vraagt naar een lang leven, naar de dood van zijn vijanden en naar rijkdom zal God ingaan op zijn vraag en hem zegenen met een geest vol wijsheid en begrip.
Heel zeker begrijpen we dat God Salomo prijst omdat hij niet bidt voor rijkdom en de dood van zijn vijanden, maar misschien vragen we ons af waarom hij niet mag bidden voor een lang leven. Gunt God hem dat dan niet? Dat gunt Hij hem zeker wel, en dat gunt Hij ook ons, maar wat Hij niet wil, is dat al onze aandacht en al onze inspanningen alleen naar onszelf uitgaan, zodat we geen tijd hebben voor andere mensen, en al helemaal niet voor mensen in nood. Dat we dus alleen maar oud willen worden om zolang mogelijk van ons leven te genieten, zonder ons ook maar iets van anderen aan te trekken. En daarom zegent God ook ons met een geest van wijsheid en begrip. Wijsheid om het goede van het kwade te onderscheiden. Het goede in ons doen en denken, in onze aandacht voor onze medemensen en voor het milieu en de natuur. En ook wijsheid om begrip te hebben voor wat er om ons heen gebeurt. Om open te staan voor het nieuwe en niet altijd klaar te staan met oordeel en veroordeling.
Die inzet voor het goede zien we ook in het evangelie in de prachtige parabels over het rijk der hemelen. Anders gezegd: het rijk van liefde, vrede en vreugde dat tot leven komt in de verborgen schat in de eerst parabel, in de prachtige parel in de tweede parabel, en in het sleepnet vol vissen in de derde parabel. Via die eerste parabel blijkt dat je niet eens uitdrukkelijk moet zoeken naar dat rijk, nee, je krijgt het zomaar aangeboden door God, maar je moet er wel iets willen voor doen. Zoals de man die de schat vindt in de akker en de koopman die de fantastische parel vindt: ze verkopen alles wat ze bezitten om die schat en die parel te kunnen kopen. Zo onweerstaanbaar is dat rijk van liefde, vrede en vreugde dat ze er alles, maar dan ook alles, voor over hebben.
Zoals altijd moeten we ons de vraag stellen waar wij staan in die parabels. Ook wij moeten immers elke dag keuzes maken. Soms hebben we die al lang geleden gemaakt, soms moeten we ze nu nog maken. Voor welke studie kiezen we of hebben we gekozen? Welke man of vrouw werd of wordt onze partner? Welke auto kopen we? Waar gaan we op vakantie? Waar brengen we onze de dagen door? En altijd ondervinden we dat kiezen wil zeggen dat we al de andere mogelijkheden laten vallen. Zoals die mannen in de parabels: zij verkopen alles wat ze bezitten om die ene schat, om die ene parel te kunnen kopen.
Zusters en broeders, naar welke schat zijn wij op zoek? Is het naar veel geld, naar macht, naar geluk? Of naar een nieuw huis, een mooie tuin, een nieuwe partner? We moeten ons dat echt afvragen, want eigenlijk zijn we voortdurend op zoek naar iets nieuws, iets anders, iets aantrekkelijks, en dikwijls vergeten we dat we dat allemaal voor onze neus kunnen vinden. Zoals in de schatten van kinderen met wie we omgaan. In de collega’s met wie we ons werk delen. In de vriendelijkheid van onze buren. In het huis of appartement waarin we wonen. In de inzet van de mensen die voor ons zorgen. In de liefde en de vrede die ons gegeven wordt. Laten we dus nooit vergeten dat Jezus ook zei: ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’ Laten we dus zeker nooit vergeten op zoek te gaan naar dat heerlijke rijk van liefde, vrede en vreugde. Amen.