Jaar 2022-2023 Cyclus A
  • Eerste lezingWijsheid 6, 12-16
  • EvangelieMattheus 25, 1-13

Zusters en broeders,

Het verhaal van de vijf verstandige en de vijf domme meisjes kan van heel verschillende kanten benaderd worden. Zo kunnen we ons afvragen waarom de vijf verstandige meisjes niet een beetje olie aan de vijf andere meisjes willen geven. Omdat er dan misschien voor iedereen te weinig zal zijn, zeggen ze, maar echt sympathiek kan je dat niet noemen. En toch kan het ons ook overkomen dat we iemand niet kunnen helpen. Zo kunnen of konden wij bijvoorbeeld geen examen afleggen in de plaats van iemand anders. En ook niet solliciteren in andermans naam, of als dokter optreden als we daar niet voor gestudeerd hebben. Dus vanuit die optiek is de houding van de vijf verstandige meisjes misschien beter te begrijpen.

Maar ze hadden ook anders kunnen reageren. Ze hadden de meisjes er vooraf kunnen op wijzen dat ze olie nodig hadden. En dat is iets wat ook wij kunnen doen: iemand helpen voor het te laat is. Aandacht hebben voor onze medemensen. Hebben ze misschien hulp nodig? Geraken ze ergens niet aan uit? Hebben ze nood aan een luisterend oor, aan aandacht, aan mee voelen, mee denken, mee lachen, mee treuren? Als we die aandacht niet opbrengen, is het niet uitgesloten dat we daar later spijt aan overhouden, en ons afvragen waarom we niets gedaan hebben, waarom we geen aandacht hadden, waarom we niet geholpen hebben.

Maar moeten we altijd aandacht hebben? In het verhaal zien we dat de meisjes alle tien in slaap vallen wanneer de bruidegom lang op zich laat wachten. Daaruit kunnen we afleiden dat we niet dag en nacht moeten bezig zijn met Gods woord van liefde, vrede en vreugde. We hebben ook recht op rust, op ontspanning, op aandacht voor onszelf. We mogen dus echt wel eens meer met onszelf bezig zijn dan met anderen. En we mogen ook wel eens vragen om met rust gelaten te worden.

Anderzijds zien we dat de meisjes meteen in actie komen wanneer de bruidegom aankomt. En die bruidegom kan iedereen zijn in ons leven. Dat kan onze partner zijn, een van onze kinderen, een collega op het werk, een buur. Maar ook een bedelaar, een vluchteling, een arme, een zieke, een dakloze. Dat kan dus iedereen zijn, want iedereen is onze naaste.

In dat verband kunnen we ons spiegelen aan de verstandige meisjes, want zij zijn een voorbeeld van waakzaamheid. Zij zijn meteen klaar als de bruidegom aankomt. De domme meisjes zijn dat niet. Vandaar dat de heer hen nadien niet binnenlaat. Ze willen immers beloond worden voor iets wat ze niet gedaan hebben. Ze zijn geen licht geweest voor de bruidegom en ook niet voor hun medemensen.

Zusters en broeders, de parabel van die tien meisjes is een merkwaardig verhaal met verschillende toepassingen op ons eigen leven. Dat geldt ook voor de eerste lezing, een lofzang op de wijsheid die voorgesteld wordt als een heel bekoorlijk meisje. Maar voor ons is Jezus die Wijsheid. Hem volgen, dat is pas wijs. Dat doen we niet nu en dan, maar altijd. Nee, dat moet niet dag en nacht zijn, maar het is ook geen tussendoortje van heel eventjes, en nu en dan. Niet voor niets zegt Jezus: ‘Wees waakzaam, want gij kent dag noch uur.’ En daarmee moedigt Hij ons aan altijd trouw te zijn aan ons geloof, en altijd bereid te zijn de weg te gaan die Hij ons is voorgegaan. De weg van zijn woorden en daden van liefde, vrede en vreugde. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha