- Eerste lezing: Numeri 6, 22-27
- Evangelie: Lucas , 16-21
Zusters en broeders,
1 januari: een dag om u allen zalig en gelukkig Nieuwjaar te wensen. Een belangrijke dag, want Nieuwjaar is een keerpunt: er zijn nieuwe kalenders, er zijn allerlei jaaroverzichten, er zijn toespraken die heel belangrijk kunnen zijn, er zijn wensen, de ene al meer gemeend dan de andere. En er zijn ook beloftes, goede voornemens, en nog zoveel meer, want 1 januari is een jaarwending, en wie weet: misschien ook een wending in ons leven.
Het is dan ook geen toeval dat we vandaag het feest vieren van Maria, Moeder van God. Met haar begint immers veel meer dan een nieuw jaar, namelijk een nieuwe tijd: de tijd dat God als Redder onder de mensen is gekomen. De tijd dat Hij ons in de persoon van Jezus leerde dat Hij geen God is van straf en veroordeling, maar van liefde en vrede. De tijd ook dat Hij ons aanspoorde om ook die weg te gaan. En hoe belangrijk die komst van Jezus was en is, blijkt uit de jaartelling; we spreken van de jaren voor en de jaren na Christus. Vandaag zijn we dus 2023 na Christus.
Die belangrijkheid was op kerstnacht ook de boodschap van de engel aan de herders: ‘Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer.’ Bijna vanzelfsprekend begrijpen de herders niet echt wat ze horen, maar ze gaan toch onmiddellijk op zoek, vinden het kind en zijn ouders, en vertellen wat hun over dat kind gezegd is. En ze zijn niet de enigen die niet echt begrijpen wat ze horen, want ‘allen die het hoorden waren verbaasd over wat de herders hen vertelden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken,’ zegt de evangelist.
Maria bewaart dus alles in haar hart en denkt erover na. Ze begrijpt het niet echt, maar ze aanvaardt het. En zo is Maria, zoals altijd, een voorbeeld voor ons. Want ook wij begrijpen niet altijd wat er gebeurt en wat we moeten meemaken. Heel dikwijls stellen we dan de vraag: ‘Heer, waarom moet ik dat allemaal ondergaan? Wat heb ik verkeerd gedaan?’ Die vragen stelt Maria niet. Ze aanvaardt wat God gepland heeft, ook al is het onbegrijpelijk en vaak heel pijnlijk: haar Zoon Jezus die het huis verlaat, die profeet wordt, die door zijn woorden en daden van liefde en vrede de joodse machthebbers zodanig tegen zich in het harnas jaagt dat Hij gekruisigd wordt. Misschien hebben we ons daar nooit vragen bij gesteld, maar het zou goed zijn als we dat wel deden. Als we dus zouden proberen meeleven met een moeder die alles moet ondergaan, hoe vreselijk het ook is. En als we ons de vraag zouden stellen: Kan ik ook zo’n lijden aan, zonder de schuld op anderen, op God af te schuiven? Dat doet Maria niet. Ook al begrijpt ze niet wat Jezus doet en wat zij moet ondergaan, ze aanvaardt het en bewaart het in de warmte van haar hart.
Maar uit dit alles leren we ook dat Gods liefde voor zijn schepping zo groot is dat Hij als mens geboren wordt. Niet als een bovenaardse heerser die geen mens nodig heeft, maar als een kwetsbaar kind van een jong meisje dat Hij uitverkoren heeft om de Moeder van zijn Zoon te worden. En haar moederschap is even menselijk als dat van alle andere moeders. Ze kent dus vreugde maar ook verdriet, geluk maar ook ongeluk, voorspoed maar ook ellende. Ze kent dezelfde zorgen, inspanningen, bekommernissen als alle andere moeders. Vandaar ook haar zorg bij de woorden van de herders. Woorden die ze niet echt begrijpt, maar die ze wel in de warmte van haar hart bewaart. Een hart vol vragen wat er met haar kind zal gebeuren. Hoe het een Redder kan zijn. En wellicht denkt ze daarbij dat ze alleen maar haar best kan doen en het beste kan hopen – zoals alle moeders en trouwens ook alle vaders dat doen.
Ook wij zijn kinderen van God, en Maria is ook onze Moeder. Laten we ons dus spiegelen aan de warmte van haar hart, en laten we bidden dat Gods zegen ook over ons moge komen. We kunnen dat doen met het prachtige gebed in de eerste lezing: Moge de Heer ons zegenen en behoeden. Moge de Heer het licht van zijn gelaat over ons doen schijnen en ons genadig zijn. Moge de Heer ons zijn gelaat toewenden en ons vrede geven.
Zusters en broeders, nog eens zalig en gelukkig Nieuwjaar op dit feest van Maria, de Moeder van God en ook onze Moeder. En moge Gods zegen ons alle dagen van ons leven beschermen. Amen.