Jaar 2023-2024 Cyclus B
  • Eerste lezingJob 7, 1-4.6-7
  • EvangelieMarcus 1, 29-39

‘Hij trok door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef boze geesten uit.’

Zusters en broeders, zo brengt Jezus zijn Blijde Boodschap van liefde, vrede en vreugde onder zijn medemensen, en zo drijft Hij boze geesten uit. De boze geesten van machtsmisbruik, van uitbuiting, van waanzinnige rijkdom van enkelen en even waanzinnige armoede van velen. Vandaag bezitten de tien rijksten der aarde evenveel als de vier miljard armsten. Het is zo waanzinnig dat we het ons niet eens kunnen voorstellen. We weten alleen met zekerheid dat de kloof tussen arm en rijk elke dag groter wordt. Slaagt Jezus erin zulke boze geesten uit te drijven, of is zijn inzet mee de oorzaak van de vijandschap die Hij bij de machtigen opwekt? Een vijandschap die Hem aan het kruis zal brengen.

Bij dat alles moeten wij ons zeker de vraag stellen of ook wij tenminste proberen de boze geesten van bezitsdrang en onverschilligheid uit te drijven. Voelen wij mee met mensen in nood? Mensen die kreunen onder de armoede. Mensen die geen toekomst hebben, mensen met een handicap, mensen die wel willen, maar niet kunnen. Of kijken wij weg, doen wij alsof we niets zien, alsof we niet kunnen helpen? Doen we misschien zelfs niet eens ons best om ten minste zo eerlijk te zijn dat we niet proberen te sjoemelen in ons eigen voordeel, en laten we die boze geesten in ons lustig genieten van hun macht, hun verleiding en hun broze beloftes?

Jezus strijdt echter niet alleen tegen de boze geesten van bezitsdrang, maar ook tegen de boze geesten van vijandschap, van ruzie en van eigen groot gelijk. Dat zijn boze geesten die vandaag heel welig tieren. We zien het in de oorlogen die dagelijks nieuws geworden zijn. We zien het in de wreedheid die overal toeslaat en in de corruptie die de democratie meer en meer verdrijft. En we zien het ook in de rusteloosheid en de stress die om zich heen slaan, en in de depressies en de moedeloosheid van zovelen die er zeker van zijn dat toch niets te doen is aan al die ellende.

Hoe anders is het in het evangelie. Mensen brengen hun zieken naar Jezus, en Hij geneest hen. Verricht Hij dus een hoop geneeskundige wonderen? Nee, maar Hij geeft hoop, Hij geeft zelfrespect, Hij geeft vertrouwen en zelfvertrouwen. Dat geldt ook voor de schoonmoeder van Petrus. Ze ligt met koorts te bed, maar wanneer Jezus haar bij de hand neemt, staat ze meteen op, want ze is genezen. Misschien voelde ze zich ziek omdat haar schoonzoon Jezus volgde in plaats van te vissen en zijn brood te verdienen voor het hele gezin, en misschien was de aanwezigheid en de kleine zorg van Jezus voldoende om haar te bevrijden van haar donkere gedachten en gevoelens.

Zusters en broeders, we moeten ons verzetten tegen moedeloosheid en pessimisme, want in al de ellende die er in de wereld is, is er ook ongelooflijk veel goedheid. Ontelbaar zijn de mensen die zich inzetten voor hun medemensen. En dat zijn bijlange niet alleen dokters, verplegers, leraars of nog andere beroepen die direct met hun medemensen bezig zijn, nee, dat zijn zoveel mensen die dat spontaan doen. Mensen die echt aandacht hebben voor hun medemensen, die zich vrijwillig inzetten voor andere mensen, die vriendelijk zijn, die luisteren, die helpen, die ik weet niet wat nog allemaal doen wat zij heel gewoon vinden. Laten ook wij zo met onze medemensen omgaan. Laten we dus lieve en hulpvaardige mensen zijn, want alleen als we dat doen, zijn we echt goed bezig in onze zoektocht naar de weg van Jezus. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha