- Eerste lezing: Jesaja 53, 10-11
- Evangelie: Marcus 10, 35-45
‘De Heer heeft besloten zijn dienaar te vernederen en hem te doen lijden. Waarlijk, hij gaf zijn leven als zoenoffer (…). Na zijn lijden zal hij het licht zien en verzadigd worden.’
Zusters en broeders, meer dan zevenhonderd jaar voor Jezus’ geboorte schrijft de profeet Jesaja woorden die Jezus’ lijden, dood en verrijzenis lijken te voorspellen, want alles wat hij zegt, komt uit. Jezus heeft effectief geleden, is door zijn vijanden vermoord, en is verrezen. Dat heeft Hij ook tegen zijn apostelen gezegd, maar die hebben niet naar Hem geluisterd. Dat wordt meer dan duidelijk wanneer Jacobus en Johannes zeggen: ‘Meester, wij willen dat U voor ons doet wat wij U vragen.’ En eigenlijk is dat geen vraag, maar een bevel: Jezus moet immers doen wat zij zeggen, en dat is: hen een belangrijke post geven in zijn koninkrijk – want dat is het enige waaraan zij denken: dat Jezus de Romeinse bezetter zal verdrijven en het koninkrijk van David zal herstellen. En in dat koninkrijk willen zij de belangrijkste posten.
Wellicht klinkt dat heel arrogant, maar als we er even over nadenken, klinkt het ook heel herkenbaar. Immers, veel mensen zijn op zoek naar een hoge post met veel gezag en een hoog inkomen, en wellicht eisen zij dat God daarvoor zorgt. Gemakshalve denken zij er daarbij niet aan dat er slechts één weg is naar God, en dat is de weg van Jezus. Een weg die niet alleen liefde en vrede, maar ook lijden en dood kent. En wie is er bereid die weg te gaan? Want lijden, ondergaat niemand met een glimlach van aanvaarding. Maar ook zonder lijden lijkt de weg van Jezus niet zomaar te volgen, want Hij zegt: ‘Wie onder u de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn.’
Het zijn woorden die we niet voor het eerst horen, want Jezus heeft ze meer dan eens herhaald, maar ik vrees dat we er niet altijd kunnen naar leven, omdat we niet altijd klaar staan om te dienen. Het leeft ook niet in onze maatschappij, want die zet ons aan te streven naar vooruitgang, en de man of de vrouw te zijn naar wie geluisterd moet worden. Op zich is daar niets verkeerd aan, op voorwaarde dat we onze talenten en onze mogelijkheden ook gebruiken ten dienste van onze medemensen. Vorige week zijn we gaan stemmen, en allen hopen we hetzelfde: dat er mensen aan de macht komen die het goed met ons voorhebben, die zich inzetten voor onze stad of gemeente, die goede initiatieven nemen waar iedereen beter van wordt enzovoort.
En daarmee zien we dat onze verlangens direct aansluiten bij de woorden van Jezus: Wie de belangrijkste en de eerste wil zijn, moet niet voor zichzelf leven, maar zijn medemensen dienen. Spijtig genoeg zien we dat de werkelijkheid daar maar zelden aan beantwoordt, integendeel, de machtigen van deze aarde spannen zich helemaal niet in om hun medemensen te dienen, maar om zichzelf te verheerlijken, en alle macht naar zich toe te trekken, zelfs de macht over leven en dood van anderen.
Zusters en broeders, vandaag is het Missiezondag, en die sluit direct aan bij de lezingen van vandaag. Want wat is Missiezondag anders dan zich inzetten voor anderen. Doen zoals Jezus ons heeft voorgedaan: Hij was er voor armen, voor blinden, voor gehandicapten, voor zieken, kortom, Hij was er voor iedereen, niet om te heersen maar om te dienen. Dit jaar gaat de aandacht naar Sri Lanka, een eiland in de Indische Oceaan, net onder Indië. Het is ongeveer twee keer zo groot is als België, en telt ook twee keer zoveel inwoners. Een land dat maar niet boven zijn armoede kan uitstijgen, en dat geldt ook voor de plaatselijke katholieke Kerk. Onze steun zou dus zeer welkom om de Sri Lankanen naar een menswaardig bestaan te leiden. Laten we daar dus echt aan meewerken, want we weten: niet heersen maar dienen maakt christenen van ons en brengt ons op de weg van Jezus, de enige weg die naar God toe leidt. Amen.