- Eerste lezing: 2 Samuel 7, 1-5.8b-12.14a-16
- Evangelie: Lucas 1, 26-38
Zusters en broeders,
Vandaag is het de 24e december. Morgen is het dus Kerstmis, maar dat wordt vanavond al gevierd in de Nachtmis. Misschien is het dus moeilijk ons nog in de advent te voelen, maar laat deze viering een echte voorbereiding zijn op het geboortefeest van onze Heer Jezus Christus.
Want wat leren ons de lezingen van vandaag? Dat God ons nooit in de steek laat. In de eerste lezing horen we dat David een huis wil bouwen voor God, maar God laat hem via Natan weten dat hij verkeerd bezig is: niet hij moet een huis bouwen voor God, maar God zal een huis bouwen voor hem. Dat is geen huis van steen en cederhout, maar een huis dat leeft in de woorden en daden van de Zoon die Hij zal zenden.
Het is over die Zoon dat de engel zich in het evangelie tot Maria wendt. Hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden en aan zijn koninkrijk komt geen einde. En zijn koninkrijk steunt niet op wereldlijke macht, maar op goddelijke liefde. Dat vieren we zowel vandaag als morgen: God is niet met volle macht onder ons komen wonen, maar als een kwetsbaar kind. Die boodschap brengt de engel aan het jonge meisje Maria, en hoewel ze meer dan waarschijnlijk niet begrijpt dat de engel allemaal zegt, antwoordt ze: ‘Zie de dienstmaagd van de Heer: mij geschiede naar uw woord.’ Nochtans had ze zich, zoals alle jonge vrouwen, beslist een andere toekomst voorgesteld. Een toekomst waarin ze kon genieten van de uitbouw van haar verlangens en verwachtingen. Maar God vraagt haar niet haar eigen weg te gaan, maar zijn weg, en dat doet ze ook.
Dat wordt ook aan ons gevraagd. Advent roept ons op ja te zeggen op Gods woord van liefde en vrede. Niet nu en dan, maar altijd. Niet alleen ja zeggen op onze eigen wenen en verwachtingen, maar net als Maria ja zeggen tegen Gods uitnodiging om zijn weg te gaan. We moeten daarvoor geen grote dingen doen. In ons doen en denken houden van God, van onszelf en van elkaar is daarbij ruimschoots voldoende. En dat houden van vergt echt niet alles in ons leven. Aandacht voor elkaar, bereid zijn te luisteren naar elkaar, kleine dingen doen voor onze medemensen, niet egoïstisch zijn, maar openstaan voor elkaar, zoals we openstaan voor het Kind in de kerstkribbe. Wat zou het heerlijk zijn als we dat zouden doen.
Zusters en broeders, laten we ons inspannen om ook te zeggen: ‘Mij geschiede naar uw woord.’ Om ons dus echt in te zetten om de weg te gaan van liefde, vrede en gerechtigheid die dat Kind ons voorgaat. Dan zou advent echt overvloeien op Kerstmis, en zou dat feest een feest zijn om elke dag te vieren. Amen.