Jaar 2023-2024 Cyclus B
  • Eerste lezingHandelingen 3, 13-15.17-19
  • EvangelieLucas 24, 35-48

‘Gij hebt de heilige en rechtvaardige verstoten en als gunst de vrijlating van een moordenaar gevraagd.’

Zusters en broeders, het zijn harde woorden van Petrus die we in de eerste lezing hoorden. Woorden waarmee hij de joden verwijt dat ze Jezus verstoten  en overgeleverd hebben aan Pilatus. Het is allemaal waar wat hij zegt, maar de vraag is of hij dat wel mag zeggen, want wat heeft hij zelf gedaan? Juist, ja: Jezus driemaal verloochend voor de haan tweemaal kraaide. En het bleef daar niet bij, want toen hij een paar dagen later bij het lege graf kwam, wist hij niet eens wat hij daarover moest denken. En wanneer Jezus vandaag aan hem en de andere apostelen verschijnt, schrikt hij zich, net als de anderen, te pletter, en denkt hij in zijn angst dat hij een geest ziet.

Maar hoe dan ook, het is een sterk verhaal. Jarenlang hebben de apostelen met Jezus samengeleefd, ze hebben zijn woorden gehoord en zijn daden gezien. Hoe Hij mensen bezielde, hoe Hij aandacht had voor rijk en arm, jong en oud, ziek en gezond, machtig en onderdanig. Hoe Hij zieken genas, duivels uitdreef, zondaars bekeerde, liefde gaf. En hoe Hij sprak over zijn verrijzenis, maar naar die woorden hebben zijn apostelen blijkbaar niet geluisterd, want geen van hen erkende Hem toen Hij na zijn verrijzenis in levenden lijve aan hen verscheen, integendeel, ze waren verbijsterd en bang. Vandaar dat Jezus hen uitnodigt Hem aan te raken. Hij laat hun ook zijn doorboorde handen en voeten zien en vraagt hen iets te eten. Allemaal handelingen om hen te overtuigen dat Hij de verrezen Heer is.

En wij? Herkennen wij de verrezen Heer? Zien ook wij de zichtbare tekens van zijn aanwezigheid onder ons? Wellicht hebben we er vaak moeite mee, maar ze zijn er, die tekens van zijn aanwezigheid.

Ze zijn er in de vrede die wij aan elkaar wensen, zoals Jezus ze aan zijn apostelen wenst. Ze zijn er in de alledaagse tekens van liefde en inzet die we aan elkaar besteden. Aan onze partner, onze kinderen en kleinkinderen, onze buren, aan mensen die we ontmoeten. Kleine tekens van aandacht, van verdraagzaamheid, van begrip, van vergeving als iets fout loopt. Kleine tekens die aantonen dat Jezus inderdaad in ons midden leeft, zodat we proberen te leven naar zijn woorden en daden van liefde, van vrede, van barmhartigheid. Tekens van tederheid in moeilijke omstandigheden, van trouw in lijden en dood, van meeleven en meevoelen met elkaar.

Het zijn tekens waarmee we in elke viering kennis maken. Vandaag in het begrip en de vergeving van Petrus wanneer hij tegen zijn landgenoten die Jezus hebben verstoten zegt: ‘Ik weet, broeders, dat gij in onwetendheid gehandeld hebt, evenals uw leiders.’ Ze hebben Jezus dus niet moedwillig of uit wraak aan Pilatus overgeleverd, maar omdat ze niet beter wisten. En in het evangelie merken we die tekens in de woorden van Jezus: ‘Vrede zij u’ wenst Hij zijn apostelen toe. Geen woorden van mistevredenheid omdat ze Hem bij zijn lijden en dood in de steek hebben gelaten, maar een diepgaande vredeswens. En ook tekens van begrip wanneer ze Hem niet eens herkennen. En aansporingen om wereldwijd over Hem te getuigen en alle volkeren aan te zetten zich te bekeren tot een leven van liefde, vrede en vreugde in zijn naam.

Zusters en broeders, de verrijzenis is ook voor ons een onbegrijpelijk verhaal, maar het is een verhaal dat voelbaar wordt, dat echt wordt als we geloven in de verrezen Heer die onder ons aanwezig is, die vrede brengt, die onze angst en onzekerheid over van alles en nog wat wegneemt, die ons troost in ons verdriet en in onze ellende. Die de zonden van egoïsme en onverschilligheid van ons wegneemt. Die ons leven en dat van alle mensen in liefde en vrede leefbaar maakt. Laat dit onze paasvreugde zijn voor tijd en eeuwigheid. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha